09/01/1630, 10

 
English | Nederlands

09/01/1630, 10

10 De gedeputeerden van de Zuid-Hollandse synode verschijnen ter vergadering. Zij lichten de remonstrantie1 betreffende de kerken in 's- Hertogenbosch eerst mondeling toe, waarna deze op schrift wordt overhandigd. Omdat de remonstrantie door de gedeputeerden van de provincies verschillend wordt geïnterpreteerd, besluiten HHM de gedeputeerden morgen in de vergadering om opheldering te vragen.
In de remonstrantie geven de gedeputeerden van de synode van Zuid-Holland naast de gedeputeerden van Gelderland, van Noord-Holland en [met instemming] van de hele Utrechtse synode te kennen HHM herhaaldelijk te hebben verzocht om van de verschillende synoden van deze provincies of van hun gedeputeerden circa acht predikanten te eisen. Deze zouden onder het bestuur van HHM hun bekwaamheid in 's-Hertogenbosch moeten aanwenden om daar een kerk te stichten. Na drie of vier maanden zouden vier van hen moeten aftreden, om door vier anderen te worden opgevolgd, totdat zich een kerklichaam zou hebben gevormd. Daaruit zou dan een kerkenraad kunnen worden gekozen, waarna tot beroeping van de ordinaris predikanten zou kunnen worden overgegaan. Echter, de vijf door HHM bijeengeroepen predikanten die de kerkdiensten in het veroverde 's-Hertogenbosch voor een tijd dienden te verzorgen, hebben reeds een kerkenraad gekozen die voorbereidingen treft tot het beroepen van ordinaris predikanten. De genoemde geleende predikanten kunnen het niet eens worden, maar enkele van hen geven HHM in overweging of het niet gunstig zou zijn in deze zaak, op gezag van HHM en zonder voorafgaand overleg met de kerken, predikanten aan te stellen. Aangezien naar het bescheiden oordeel van de supplianten en veel andere ervaren kerkelijke personen uit de huidige gang van zaken en voorstellen evidente moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, hebben zij zich ambtshalve verplicht gevoeld HHM nederig te verzoeken de ordinaris beroepingen van predikanten in 's-Hertogenbosch uit te stellen en het genoemde voorstel van de supplianten en hun medestanders serieus in overweging te nemen. Want onder correctie, indien de kerkenraad met grote spoed predikanten beroept die geen volmacht hebben van de kerken, valt het niet te verwachten dat de wettelijkheid van de beroepen predikanten door anderen zal worden erkend. Velen zullen menen dat deze haast op een slechte grondslag rust en eigenbelang meer bevordert dan de stichting van een kerk Gods, vele anderen zullen denken dat de beroepers geen behoorlijk gezag gehad hebben, zodat de beroeping zonder waarde is. Daarbij merken zij op dat de reformatie van steden en gebieden het werk van een evangelist is, en dit gezag, het grootste na het apostolische, niet spruit uit de zending namens de een of andere kerk, maar (aangezien de gereformeerde kerken gekant zijn tegen de usurpatie van de Roomse paus) uit de autoriteit van de synodale vergaderingen. Uit alle gevoerde disputen kan nauwelijks iets anders voortkomen dan verdeeldheid en ongenoegen. Ingeval HHM - wat de gedeputeerden van de Zuid-Hollandse synode zich niet kunnen indenken - zonder overleg met de kerken predikanten in 's-Hertogenbosch zouden beroepen, dan zou dat indruisen tegen de wijze die tot nu toe is gevolgd in de onderwerping van provincies en steden aan het gezag van HHM, een duidelijke inbreuk betekenen op de gebruikelijke kerkorder van het land, de leer vervat in de geloofsbelijdenis en de praktijk van de beste en gezondste kerken. Want zoals de gedeputeerden de autoriteit van HHM graag erkennen in kerkelijke en wereldlijke zaken, zo is het ook dat ze begrensd moet worden naar Gods woord en niet leiden tot schade, maar tot behoud van de rechten van de kerken.
De supplianten bevelen HHM liever het voorstel van henzelf en hun broeders aan, hen ervan verzekerend, dat dit geen aanleiding zal geven tot twistgesprekken, maar voor alle kerken acceptabel zal zijn en overeenkomstig het woord van God en de eendrachtige praktijk van de kerken. Het dient in wezen tot groei en de stichting van een grote kerk. Want als dit voorstel wordt uitgevoerd zullen door HHM geen predikanten worden bijeengeroepen die hun eigenbelang nastreven, maar een keur van predikanten uit deze provincies. Op degenen die zo hun commissie ontvangen van God, de overheid en de kerk zal Gods zegen rusten. Bovendien zal de ruchtbaarheid die aan deze geleerdheid, godzaligheid en ervaring gegeven wordt, telkens een nieuwe lust opwekken bij de inwoners van 's-Hertogenbosch om hun predikaties te horen. De indieners van de remonstrantie verzoeken HHM hun bemoeienissen positief te duiden, slechts voortkomend uit het verlangen om alle wanordelijkheid tegen te gaan en om de kerken te verheffen. Daarom wordt HHM verzocht het eerder genoemde voorstel aan te nemen.

1 Geïnsereerd in S.G. 3189 en gedrukt in Kronijk H.G. XXIX (1873) 148-153. De gedrukte versie wijkt op enkele punten af.