5
De aanwezige
Van der Meyde en
Nispe, generaalmeesters
van de Munt,
stellen HHM ten eerste in
kennis
van een conceptplakkaat betreffende het voorkomen van
velerlei
vervalste dukaten, gouden guldens en rijksdaalders uit Duitsland,
en
Jacobussen en gouden kopstukken uit Engeland. Daarnaast berichten
zij over de
waardestijging van de goede en sterke gouden speciƫn van dit
land.
Ten
tweede hebben de generaalmeesters HHM verklaard dat de muntmeester
in
de provincie
Utrecht zich schuldig maakt aan het
slaan van schellingen zonder toestemming van de verschillende
provincies.
HHM schorten een beslissing op het eerste punt op. Op het tweede punt besluiten HHM twee generaalmeesters te benoemen om een reis te maken naar de provincie Utrecht om de stempels van de schellingen in te nemen. De
Staten van Utrecht
zal worden geschreven dit te gedogen. Daarnaast zal hun het onrecht worden voorgehouden dat met deze gang van zaken de andere provincies wordt aangedaan, waarvoor verschillende redenen zullen worden aangevoerd.