13
Ontvangen is de brief van de gedelegeerde rechters in de kwestie
Amboina
[Ambon] d.d. 's-Gravenhage 28 maart met antwoord op de brief van HHM
van 19 maart. De gedelegeerde rechters zien zich op sterk
aandringen
van de beschuldigde
rechters
van Amboina, op grond van de in
Engeland ingewonnen informatie en de door
agent
Carleton daarover en andere
ingediende
stukken, alsmede de door fiscaal
Sille reeds
bij
hen ingeleverde en nog
in te leveren stukken en bewijsstukken, genoodzaakt recht en
justitie te bedienen en op alles
toezicht te houden.
Fiscaal Sille wordt binnen ontboden om de resolutie te vernemen die HHM
gisteren heeft genomen betreffende de expeditie van deze zaak. Hij
dient
Vane, extraordinaris
ambassadeur van de
koning van
Groot-Brittanniƫ,
nogmaals de staat waarin het proces zich bevindt uiteen te zetten.
Tevens moet hij hem trachten te bewegen af te zien van de in diens
op 28
nov. 1629 ingediende memorie gestelde voorwaarden
aan
het horen van de Engelse getuigen. Deze dienen te worden gehoord
en geconfronteerd door de voorgedragen
rechters op de voor de
Hoge
Raad
en het
Hof van Holland en Zeeland
in
criminele zaken gebruikelijke wijze. Daarna moet
Sille over zijn
lotgevallen in de vergadering rapporteren. Deze zaak wordt in
overweging gehouden.