16
Secretaris
Huijgens compareert ter vergadering. Hij laat HHM weten dat de
RvS conform
de apostille van 15 april Z.Exc. in kennis heeft gesteld van de
memorie
om aan de landsgrenzen vier compagnieën ten dienste van de
republiek
Venetië te werven, om ze daarna
in
de
havens en op de rivieren van deze staat in te schepen. Z.Exc. en
de
RvS
achten deze toestemming allesbehalve raadzaam, omdat het eenmaal
afgedankte volk op de loop zou kunnen
raken.
HHM conformeren zich aan het advies en slaan daarom het verzoek af.