12
Willem Brasser en
Eck, gecommitteerde
raden ter
Admiraliteit te Rotterdam
,
geven ter vergadering kennis van de moeilijke financiƫle
situatie
van dit College. Zij verzoeken om 60.000 gld. ter betaling van de
buitgelden
van
de matrozen ter voldoening van de door de kapiteins op de vijand
veroverde buit, die door deskundigen ter taxatie en
schikking is aangenomen. De Admiraliteit laat
weten
dat
Gelderland
het College nog
34.000
pond
schuldig is over zijn quote in het tweede miljoen van 1629,
de provincie
Overijssel
22.000
pond,
Utrecht
31.000 pond,
Friesland
18.400 pond en de
Generaliteit 25.000
pond.
HHM zullen er bij de provincies op aandringen hun tekorten aan te zuiveren. De
ontvanger-generaal wordt nadrukkelijk opgedragen de genoemde 25.000 pond aan de
genoemde Admiraliteit uit de eerste te ontvangen gelden te
betalen.