24 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het advies van Z.Exc., stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden te velde d.d. 22 mei
op de missive van de
Gedeputeerde Staten van
Groningen
en enkele op 13 mei daarheen gestuurde
bijlagen. Ze betreffen de plannen van het stadsbestuur van
Emden
tegen
het
keizerlijke leger in
Oost-Friesland.
Conform het advies blijven HHM bij het schrijven aan commandant
Erentruiter d.d. 13 mei om het staatse
garnizoen niet buiten de stad in te zetten. HHM vragen
de
Staten van Friesland
en
die
van
Groningen
om een aantal
gedeputeerden naar Emden te
sturen om de magistraat aldaar tot matiging van hun
plannen te brengen, om
processen te laten staken ter afwending van verder onheil en om ze
op
de consequenties van hun handelen te wijzen.
2
HHM lezen de missive van
Z.Exc. en de gedeputeerden te velde d.d. 22 mei op het
schriftelijke advies van de RvS d.d.
20 april over de retorsie van de vijand tegen de
fortificatiegelden voor
Bergen op Zoom.
De RvS moet de ontvangers van de contributies aan deze zijde schrijven de lopende executie op te schorten. Indien de vijand de reeds begonnen retorsie doorzet, dan mogen zij tegenmaatregelen nemen tegen de vijandelijke kwartieren en het equivalent van de afpersingen door de vijand bovenop de fortificatiegelden van Bergen op Zoom innen.
3
De gedeputeerden te velde hebben HHM geschreven dat de matrozen van de kapiteins
Brienen en
Jan Jansz. van Nimmegen,
gelegerd op de
redoutes langs de
Waal die nu dag en
nacht met hun sloepen voor het leger worden ingezet, hevig klagen
over de
wanbetalingen. Sommigen onder hen hebben al twintig, anderen
dertig maanden geen
soldij meer ontvangen.
HHM zullen de
Admiraliteit te Rotterdam
, onder wier bevel beide kapiteins staan, schrijven dat zij aan de klachten van de matrozen tegemoet moeten komen om van hun goede diensten gebruik te kunnen blijven maken.
4
Langerack schrijft d.d. Parijs 3 mei onder meer dat de kolonels
Hauterives en
Courtomée en
kapitein
Du Mets van plan zijn
snel naar het leger te
vertrekken. Zij verzoeken enkele oorlogsschepen tot konvooi.
HHM zullen de
Admiraliteit in Zeeland
schrijven de kolonels en de kapitein veilig van
Calais in
Frankrijk hierheen te brengen.
5
Luitenant-admiraal
Heyn deelt mee dat hij met zijn schepen klaar is om uit te
varen, maar hij vreest voor een tekort aan manschappen. Hij
verzoekt de twee veroverde scheepjes uit
Oostende,
waarvan één in
Zeeland en het ander in
Amsterdam is opgebracht, te mogen uitrusten.
Hij
wil deze onder zijn vlag op de kust van
Vlaanderen als zogenaamde "bedriegertjes" inzetten
tegen de vijand.
HHM wensen de luitenant-admiraal geluk. Ze vragen hem het landsbelang voor ogen te houden en hen geregeld op de hoogte te houden van de gebeurtenissen op zee. HHM zullen de twee betrokken Admiraliteiten verder schrijven de veroverde scheepjes uit te rusten en naar de kust van
Vlaanderen te sturen om ingezet te worden in dienst van het land.
6
HHM lezen de memorie van de
administrator van Maagdenburg, waarin hij schrijft dat hij niet eervol uit de Republiek
kan vertrekken, tenzij men hem conform de
resolutie
d.d. 28 april de 1.000
rijksdaalder die men per wissel naar
Stockholm zou overmaken, nu te
Amsterdam uitbetaalt.
De
Gecommitteerde Raden van Holland
wordt verzocht maatregelen te nemen ter bespoediging van de reis van de administrator. De gedeputeerden van
Utrecht kunnen hierin niet toestemmen zonder last daartoe.
7
De gedeputeerden van de
WIC
dragen krachtens het derde artikel van het octrooi
Heinderick Cornelis Lonck voor om als kapitein-generaal het gezag over een vloot van
26 schepen te voeren. Zij verzoeken HHM een commissie uit te
vaardigen.
Ten tweede delen de gedeputeerden mee dat de WIC een groot plan
heeft opgevat, ten dienste van het land en de WIC.
Om
dat plan uit te voeren zullen in drie maanden tijd nog eens 26
schepen
worden toegevoegd aan de reeds genoemde 26, bemand door
vijfduizend soldaten en vierduizend bootsgezellen. De
gedeputeerden
vragen HHM de soldij van tweeduizend man op zich nemen en twaalf
oorlogsschepen ter
beschikking stellen.
HHM stemmen in met de aanstelling van Lonck en zullen een commissie uitvaardigen, waarop hij de eed moet afleggen. Op het tweede punt wordt de gedeputeerden gevraagd hun voorstel op schrift te stellen.
8
De secretaris van ambassadeur
Soranzo deelt mee dat
Guzzoni, de
nieuwe
ambassadeur van de republiek
Venetië, in
Tiel was aangekomen. Daar maakt hij zich op om
via
Dordrecht en
Rotterdam naar 's-
Gravenhage te
reizen, waar hij zaterdagmiddag of zondagmorgen zal aankomen.
Hofmeester
Mortagne zal de ambassadeur tegemoet reizen, om hem op
dezelfde manier te ontvangen als indertijd
Soranzo. Mortagne moet HHM
tijdig
op de hoogte brengen van de aankomst in 's-Gravenhage, zodat
gedeputeerden van HHM
hem (in afwezigheid van Z.Exc.)
met
karossen kunnen
ontvangen
bij de Hoornbrug, zoals gebruikelijk is. De ambassadeur zal
vervolgens
naar het huis van Mortaigne geleid worden, waar
hij
niet langer dan drie dagen onthaald zal worden.
9
De voormalige
ontvanger-generaal bericht over het geld dat hij van de provincies
ontvangen heeft aan subsidies voor de
koning van
Denemarken. Hij verklaart dat hij geen geld in kas heeft
om
Pauwel de Wilhem en
Cornelis van
Leeuwen de derde termijn van de door commissaris
Hoogenhouck te
Hamburg
ontvangen 100.000 gulden te
betalen.
De gedeputeerden van de provincies wordt verzocht zonder uitstel te betalen.