25 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op aanschrijven van HHM is de officier in dienst van de
koning van Zweden, die een aantal soldaten van het garnizoen van
Amsterdam had doen overlopen, vanuit die stad naar
's-
Gravenhage overgebracht. Samen met de
arrestant
is de belastende informatie overgezonden.
De vergadering zal waar nodig deze informatie gebruiken. De gevangene wordt ingesloten op de Voorpoort.
2
Ontvanger-generaal
Doublet krijgt op verzoek van
Jan de
Mortagne
opdracht 600 gld. vooruit te betalen, in mindering op de
declaratie
van onkosten gemaakt bij de ontvangst van ambassadeur
Gozzoni.
3
HHM lezen het rekest van
Paul de Wilhem en
Cornelis van Leeuwen,
waarin ze
verzoeken om de terugbetaling van de derde termijn van de 100.000
gld.
die zij aan commissaris
Hoogenhouck te
Hamburg
verstrekt
hebben, conform het contract.
Voormalig ontvanger-generaal
Doublet wordt opgedragen om
Zeeland
de quote te laten verschaffen in vier
maanden
subsidie voor de
koning van
Denemarken. Dit bedrag ligt klaar volgens
Beaumont. De
gedeputeerden
van
Holland wordt verzocht het restant van dit
bedrag, 25.000 gld., helemaal te betalen in mindering op
hun achterstallen in de subsidies. De gedeputeerden gaan hiermee
akkoord.
4
Ontvangen is een brief met berichten van gedeputeerde
Schaffer d.d. Leeuwarden 21 mei.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
Ontvangen is een brief met berichten van commandant
Erentruiter d.d. Emden 10 mei.
Er wordt geen resolutie genomen.
6
Op verzoek van de
ambassadeur van Venetië krijgt hofmeester
Mortagne
de opdracht de
nieuwe ambassadeur
Gozzoni in
plaats van in
Rotterdam, in
Dordrecht tegemoet
te
reizen en te ontvangen.
7
HHM lezen het schriftelijke voorstel van de gedeputeerden ter vergadering van de
Heren Negentien van de WIC
, dat zij gisteren mondeling hebben gedaan. De WIC wil 54 extra schepen laten uitvaren, bovenop het aantal dat al op zee is. Dit zal gebeuren in twee opeenvolgende vloten, waarvan de eerste, bestaande uit 26 schepen, reeds zeilklaar is. Aan de uitrusting van de overige schepen wordt dagelijks gewerkt onder leiding van generaal
Hendrick Lonck. Naast de gebruikelijke uitrusting, zullen de schepen
voorzien worden van vijfduizend soldaten en vierduizend matrozen,
zodat men de
vijand niet alleen op zee kan aanvallen, maar ook één
van zijn
belangrijkste plaatsen in de kwartieren aldaar kan veroveren, om
conform het octrooi de handel te vestigen. De WIC
verzoekt HHM zoals in soortgelijke gevallen om hulp bij de
verwezenlijking van deze plannen. Tevens vraagt de WIC HHM
gedurende
een jaar de soldij van tweeduizend man op zich te nemen en twaalf
zeilwaardige schepen uit te rusten met geschut. De levensmiddelen
en
de munitie komen ten laste van de WIC.
HHM zijn ingenomen met het moedige plannen van de WIC afbreuk te doen aan de vijand en ter meerder welvaart van de WIC. Als belangrijkste aandeelhouder moedigen HHM deze plannen aan, alsmede het aanwenden van het kapitaal van de WIC hiervoor. Ze vragen de WIC rekening te houden met eventuele bezwaren van andere participanten. Indien niet de verwachte successen worden geboekt en de WIC daardoor in ongunstige omstandigheden raakt, zijn HHM bereid de WIC krachtens het octrooi bij te springen voorzover de situatie dat toelaat.
8
HHM horen het rapport van de gedeputeerden ter vergadering van de
Heren Negentien
over hetgeen daarin is voorgevallen.
HHM vragen hun dit rapport schriftelijk in te dienen.
9
HHM lezen het rekest van
Pierre de Thoisse,
Jehan Smestre en
Fredericq
Suers c.s., allen burgers van Calais, waarin ze om
teruggave
vragen van het schip Sint Jacob, dat
door een oorlogsschip op zee in beslag is genomen en te
Amsterdam is opgebracht. Dit
schip,
dat vroeger De Jager heette, was eerder
van ingezetenen van de Republiek door
Duinkerkers gekaapt en door de supplianten in een haven in
Vlaanderen gekocht.
HHM vragen de
Admiraliteit te Amsterdam
om advies, na het horen van de partijen.
10
Aangaande de lichting van zesduizend waardgelders verklaren de gedeputeerden van
Gelderland,
Holland,
Utrecht en de
griffier op mondelinge last van
Schaffer namens
Groningen, dat
zij
consent verkregen hebben. De gedeputeerden van
Zeeland
en
Friesland verwachten dit consent nog. De
gedeputeerden van
Overijssel zijn afwezig.
11
HHM lezen het rekest van
Remmert van Deutecum, burger van Grave, waarin hij schrijft dat hij op 18 mei,
zoals voorgeschreven in de plakkaten, in
Grave
enkele levensmiddelen verlicent heeft waarop hij een paspoort heeft
gekregen.
Hij
heeft
deze levensmiddelen in de schuit van wijlen
Heynen
Sybertsz. geladen en is daarmee de
Maas
opgevaren naar
Venlo. De dag erop heeft
commandant
Moulert de schuit laten
terughalen uit kracht van
een
schrijven van HHM d.d. 14 mei, waarin de sluiting van de licenten
op levensmiddelen werd afgekondigd op de Maas en de
Schelde stroomopwaarts, naar
Sas van
Gent en
naar alle
plaatsen in
Brabant tussen beide genoemde
rivieren,
met ingang van 17 mei. Daarvan is op het kantoor te Grave alsmede
door commandant
Mulert pas op 19 mei kennis genomen. Om
deze
reden verzoekt de suppliant om teruggave van schip en
goederen en om van het verleende paspoort gebruik te mogen
maken.
HHM schrijven de commandant dat hij het schip en de goederen moet vrijgeven en tevens de suppliant zijn paspoort moet laten gebruiken. Van nu af aan moet hij wel alle levensmiddelen die naar de vijand worden vervoerd - met uitzondering van de wijnen die op last worden vervoerd - aanhouden en doen aanhouden.
12
HHM lezen het rekest van
Jan de Cost, burger van Grave, en
Willem
Nawen uit
Venray, met een inhoud van gelijke strekking als dat van
Reimert
van
Deutecum.
HHM nemen dezelfde resolutie.
13
HHM lezen de memorie van de
graaf zu Schwarzenberg, waarin hij zijn beklag doet over de rigoreuze executies van
overste
Gent in
Kleef en controleur
Retzer in
Berg.
HHM dragen overste Gent en controleur Retzer op de executie
van de contributies te matigen om daarover
geen
klachten meer te ontvangen.
14
HHM lezen het verzoek van
Cornelis van Stercke, controleur van de konvooien en de licenten in Maaseik,
waarin hij schrijft dat hij sinds enkele jaren op commissie
van
de RvS en naderhand van de Admiraliteit extraordinaris dient
onder
commissaris
Rensen, voor de inning
van de
contributies van
Gulik
[Jülich]. De
suppliant vraagt voor
deze
dienst een vergoeding van 200 gld. per jaar, ingaande vanaf
het
moment dat hij deze dienst aangenomen heeft, en zolang deze
voortduurt.
HHM vragen de RvS advies.
15
De prior en kloosterlingen van de orde der Augustijnen te
Wezel vragen om de vrijlating van broeder
Augustinus
Ulrici, residerend te
Marienthal. Deze
wordt nu
te
Emmerik
[Emmerich] gevangengehouden
wegens
achterstallige
contributies van de prior en kloosterlingen. Zij vragen om zijn
vrijlating, daar de gearresteerde broeder
geen
banden heeft met de inwoners van Marienthal. Ook verzoeken zij
geen
nieuwe aanhoudingen te doen.
HHM vragen de RvS om advies.
16
HHM lezen de remonstrantie van
Henderick van Eck en
Pieter van Goutswaert,
commiezen-generaal van de konvooien en de licenten. Zij schrijven
dat
de 590 stukken kaas die heimelijk in het schip van
Marten
Joppe
uit Vlaardingen waren geladen en die in
Rotterdam
op last van de
Admiraliteit uit diens schip zijn gehaald en opgeslagen in het
pakhuis van de
Generaliteit, inmiddels op borg zijn vrijgegeven. De
supplianten verzoeken echter de waren nog in het pakhuis te
houden
totdat recht wordt gedaan of de waarde ervan in baar geld in
bewaring wordt gegeven. Verder melden de commiezen dat de
cherchers
te
Gorinchem 146 ossen aangehouden hebben, aangezien
deze
tegen de strekking van het paspoort en de orders van de RvS in
naar
Brabant werden gedreven. Deze ossen zijn onder
borg
vrijgegeven. De supplianten vragen de ossen te mogen verkopen en de
opbrengst in bewaring te geven bij de
Admiraliteit te Rotterdam
.
Tevens vragen
zij
om een kort geding in uitgemaakte zaken, zoals
in eerstgenoemde.
HHM sturen deze remonstrantie aan de Admiraliteit te Rotterdam om hierover zo snel mogelijk te berichten. Ondertussen mogen de genoemde ossen niet vrijgegeven worden.
17
HHM behandelen de eerste en tweede lijst met schuldeisers van de
administrator van Maagdenburg.
HHM stellen dezer ter hand aan agent
Leo van Aitsma om de deugdelijkheid ervan te onderzoeken. HHM verwachten
daarover bericht.
18
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 11 mei op het rekest van
Catharina van Camphuisen. Op de herhaalde klachten van de suppliante hebben zowel
HHM, Z.Exc. als de RvS door bemiddeling en een voorschrijven
geprobeerd
het stadsbestuur van
Coesfeld aan te sporen om
haar zaak tot een goed einde te brengen. Omdat dit niet lukte,
heeft de
suppliante herhaaldelijk aangedrongen op represailles om recht te
verkrijgen, iets waartoe de RvS wel bereid was. Na grondig
onderzoek echter ziet de RvS niet in op grond waarvan men dat zou
kunnen rechtvaardigen. Ten eerste is de eis van de suppliante
gebaseerd op een zaak van
bijna vijftig
jaar geleden. Bovendien was zij op het moment dat haar moeder groot
onrecht werd gedaan, zelf geen
inwoonster van de Republiek en speelde de zaak zich af buiten
jurisdictie van HHM, onder een andere regering. De RvS
acht het
niet raadzaam om door een particulier te helpen de autoriteit van
het
land op het spel te zetten, terwijl de regering in deze zaak geen
zeggenschap heeft over een andere, naburige regering.
HHM besluiten conform het advies en zullen represailles achterwege laten. Er wordt wel nogmaals aan het stadsbestuur van Coesfeld geschreven ten voordele van de suppliante, die bovendien 100 gld. reisgeld krijgt.
19
Henderick Cornelis Lonck legt de eed af als kapitein-generaal in dienst van de
WIC
. Daarop heeft hij zijn
commissie
ontvangen.
20
HHM lezen het antwoord op de missive van de
hertog van Palts-Neuburg d.d. Brussel 19 april en keuren dit goed.
HHM zullen dit antwoord depêcheren.
21
HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 23 mei op de resolutie d.d. 21 mei, aangaande het committeren van mr.
Pieter Engelbrecht, voormalig pensionaris te Duinkerke, als boventallig lid
van
de
Raad van Vlaanderen
op het
gebruikelijke
traktement.
Conform het advies en de positieve getuigenissen en ook met het oog op soortgelijke zaken wordt de plaats toegekend, op voorwaarde dat bij het overlijden van één van de raadsleden weer het normale aantal wordt aangehouden. De gebruikelijke commissie zal voor Engelbrecht uitgevaardigd worden, waarop hij de eed moet afleggen.
22
Op verzoek van
Seger Hermansz., schrijnwerker wonend te Rijswijk, worden
Bruninxs
en
Rode gecommitteerd om de
uitvinding van de
suppliant
om laken te vollen, te onderzoeken en erover te rapporteren. Zij
zullen dat ook doen met door Hermansz. uitgevonden oorlogstuig.
23
Secretaris
Huigens deelt HHM mee dat men bij het verdelen van de wapens aan het
nieuwe Schotse regiment van kolonel
Kienfaunes
gemerkt heeft dat er veertig koppen meer dan tweeduizend aangekomen
zijn. De kolonel wordt eerdaags ook verwacht. Bovendien wordt
beweerd
dat hij nog eens vijfhonderd Schotten bij zich heeft.
De vergadering besluit de veertig man toch in dienst te houden. De vijfhonderd man zullen echter worden aangenomen noch geweigerd. HHM zullen deze aan de kolonel laten en zich hier verder niet mee bemoeien.
24
HHM lezen de summiere staat van de nieuwe lichting van de twaalfduizend man die dit jaar op verzoek van HHM door de RvS is uitgevoerd. Gedurende vier maanden kosten deze, inclusief loop- en transportgeld en bewapening, 901.948 gld. Het totaalbedrag ligt dus 201.049 boven de 700.000 gld. die door
Gelderland
,
Holland
en
Utrecht
extraordinaris zijn toegekend.1 Dit betekent dus dat de vijfhonderd
soldaten
van het garnizoen van
Jersey daaruit niet kunnen
worden betaald.
Er wordt geen resolutie genomen.