Tijdens het werk aan de brieven van Johan de Witt komen we vaak bijzondere zaken tegen. Dat kunnen noemenswaardige personen zijn, vreemde voorvallen, persoonlijke voorvallen, opvallende materiële zaken, enzovoort. Vooruitlopend op de openstelling van het Johan de Witt-archief door het Nationaal Archief, zullen we hiervan via blogs en tweets (@JohandewittNL) melding maken.
Overlijdensberichten uit Alkmaar
Vanuit zijn uitgebreide netwerk ontving Johan de Witt vele verschillende soorten brieven. Elke afzender verschafte hem andere informatie. Binnen dit web van relaties was Hendrik Druyff (ca. 1615-1690) een van de politieke correspondenten. Als raadsheer bij de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland (1) moest Druyff vergaderingen voorzitten, gerechtszaken voorbereiden en beslissingen nemen. (2) Daarnaast was hij lid van de vroedschap van Alkmaar. Hierdoor verkreeg hij tijdens zijn loopbaan, van 1660 tot 1681, veel informatie waar De Witt zijn voordeel mee kon doen.
Johan de Witt correspondeert in de periode 1657 tot en met 1672 met Hendrik Druyff. Er zijn 67 brieven van Druyff aan De Witt bewaard gebleven. Volgens De Witts eigen administratie heeft hij in ieder geval op zes van deze brieven geantwoord.(3)
Vanwege zijn functies onderhield Druyff een correspondentie met De Witt over verschillende zaken die zich in het Noorderkwartier afspeelden. Op 22 oktober 1661 komt Druyff met een aantal droevige mededelingen. Verschillende belangrijke personen in de regio Alkmaar zijn overleden of ernstig ziek. Zo is burgemeester Groot overleden. Het gaat hierbij vermoedelijk om Cornelis Jacobszoon Groot, die van 1658 tot 1659 burgemeester was.(4) De heer Teylingen is 'doodelijck kranck'.(5) Ook burgemeester Steenhuijsen voelt zich niet lekker.(6) Druyff laat De Witt weten dat deze man 'bevangen [is] met een uytteerende koortse'. Jonker Thomas van Egmond van der Nijenburg is zeer onpasselijk geworden. Net voor Druyff de brief aan De Witt wil versturen, krijgt hij droevig nieuws te horen. De heer Van Teylingen is donderdag rond vier uur in de middag aan zijn ziekte overleden.
 
Het was voor De Witt van groot belang om van dit soort berichten op de hoogte te worden gebracht. Door middel van correspondentie onderhield hij zijn netwerk, zoals velen dat deden in de vroegmoderne Republiek.(7) Binnen de steden in Holland waren er een aantal die De Witt onvoorwaardelijk steunden. Van andere steden hoefde hij niets te verwachten. Alkmaar zat hier tussenin. De regenten in deze stad steunden De Witt niet openlijk, maar hij onderhield wel zakelijke en soms zelfs vriendschappelijke relaties met hen.(8)
De Witt heeft niet gereageerd op de brief van Druyff. Wat hij gedacht heeft na het lezen van de overlijdensberichten, weten we niet. Hij zal in ieder geval blij zijn geweest dat Druyff hem dit meedeelde, zodat hij de informatie over zijn netwerk op peil kon houden. Actuele gegevens over zijn bondgenoten en tegenstanders waren van groot belang om het netwerk goed te laten werken.
Marinka Joosten, 8 februari 2017