Blogs en ander nieuws over De Witt

 
English | Nederlands

Tijdens het werk aan de brieven van Johan de Witt komen we vaak bijzondere zaken tegen. Dat kunnen noemenswaardige personen zijn, vreemde voorvallen, persoonlijke voorvallen, opvallende materiële zaken, enzovoort. Vooruitlopend op de lancering van de database met de correspondentie van Johan de Witt zullen we hiervan via blogpagina's en tweets regelmatig melding maken. Volg ons daarom ook via Facebook: Johan de Witt NL, Instagram en Twitter: @JohandewittNL.

Nachtvermaak aan de Raamstraat

Kort na de moord op de gebroeders De Witt in 1672 verschijnt er een pamflet met de titel Catalogus Van Boecken in de Bybliotheque van Mr. Jan de Wit.(1) De anonieme publicatie bevat een lijst van boeken zoals je die wel vaker op veilingen zag: titel, auteur en een korte beschrijving van de inhoud werden gegeven ten behoeve van mogelijke kopers. De lijst in dit pamflet is echter fictief. Het is namelijk een als parodie verpakte grimmige aanval op de vermoorde raadpensionaris. Een trap na door middel van een verzonnen boekenlijst. (Wie denkt dat nepnieuws alleen maar plaatsvindt in dit Trumpiaanse tijdperk heeft het mis.) Het pamflet was populair, want op 5 september 1672 verschijnt er nog een Appendix ('op nieuws verbeterd') en niet veel later een verklarende 'Sleutel', waarmee de boekenkast van de Witte bibliotheek geopend kon worden.(2)

 

Kavel 12 trekt de aandacht:

 

12. Mr. Jan met zijn Clopscheentje, door den Advocaet van Andel. Uytbeeldende het Nacht-vermaeck van de Raemstraet, met Commentarien van Juffrouw Coljer, alias Paludanus, of Mariage de Concsience.

Wat wordt hier geïnsinueerd?

Advocaat Van Andel heeft werkelijk bestaan. Het is de advocaat bij wie Johan voor zijn aanstelling als pensionaris in huis woonde toen hij advocaat was aan het Hof van Holland in Den Haag. Van Andel fungeerde als een soort patroon en was gevestigd in de Nieuwstraat (later de Raamstraat). (3) Een klopscheentje is een zakviool: een klein viooltje, vaak door dansmeesters gebruikt. De genoemde Juffrouw Coljer, was het achttienjarige nichtje van meester van Andel en woonde enige tijd bij haar oom in huis, ongetwijfeld om te helpen in de huishouding. Haar naam was Alletta (Aeltgen) Coljer.

Paludanus is een verwijzing naar dominee Theodorus Paludanus, die van leer trok in een polemiek over de losse zeden van de jeugd, die het gevolg was van dansen, muziek en ander vermaak. Johan hield van kermissen, van dansen en muziek. (4) Hij had gaf veel geld uit aan een dansmeester en ten huize van Van Andel heeft hij hoge bedragen besteed aan het vernieuwen van de snaren van zijn viool. De muziek- en danskwaliteiten van de raadpensionaris waren algemeen bekend.(5)

Een mariage de conscience (een huwelijk van het geweten) is een geheime verbintenis tussen twee geliefden die niet voor kerk kunnen trouwen, maar wel een verbinding met elkaar aangegaan. Het bekende voorbeeld is een heer die met zijn concubine, onder druk van de geboorte van een onwettig kind, een mariage de conscience sluit.

Wordt in de titel gesuggereerd dat de jonge advocaat Johan de Witt zich 's nachts, al dan niet met zakviooltje, vermaakte met Juffrouw Coljer? Zou Johan in zijn jonge jaren een verhouding hebben gehad met het nichtje van zijn patroon? Zou daar zelfs een heimelijke nazaat uit ontsproten zijn? Zou hij haar werkelijk gedumpt hebben toen hij in december 1650 onverwacht pensionaris van de stad Dordrecht werd?

Om niets in het ongewisse te laten legt de Verklarende Sleutel het uit:

 

'10 en 12. Is de verhandelingh van de vryheden en correspondentien, die Meester Jan heeft gehouden met Juffer Coljer. Sijnde een nicht van den Advocaet van Andel, dien daer woonde op de selfde tijt als Meester Jan daer oock woonden doe hij noch maer Advocaet was; zijnde die correspondentie soo verre, dat al de werelt oordelde dat hy met die Juffer trouwen soude, maer doe hy onverwacht Pensionaris wiert (in december 1650, JM) gaf hij het soete dier de schop; het welck evenwel door hem soo verre gebracht was, dat zij een man moest hebben, waertoe meester Jan door grooten beloften van avancement een Dordts heer beweegde, het klopscheentje, was een seecker soort van spelen daer sy menighmael en gantsche nacht doorbrachten, vermenght met enige ander soete bewegingen.' (6)

Met andere woorden, in dit pamflet wordt gesuggereerd dat Johan de Witt, nog voor zijn aanstelling als pensionaris een juffrouw zwanger had gemaakt en haar om een schandaal te voorkomen, had laten trouwen met een ander. Als het waar is, zou dit mogelijk inhouden dat er ná december 1650 een nog onbekend kind aan Johan is ontsproten. Rechtstreekse afstammelingen van Johan de Witt zijn in de mannelijke lijn eind 18e eeuw uitgestorven. Wanneer we erachter kunnen komen of Juffrouw Coljer ergens na 1650 wérkelijk een kind heeft gehad, hopelijk een zoon, wie weet, zou het misschien zelfs kunnen betekenen dat er momenteel toch nog afstammelingen van Johan de Witt in leven zijn!

In de zeventiende eeuw deed men over seks minder moeilijk dan men nu wel eens denkt. Vooral in lagere (en de allerhoogste(!)) standen kwam het geregeld voor. Voor de regentenstand waaruit Johan voortkwam waren de regels echter strenger. Dat had alles te maken met de kwetsbare maatschappelijke positie van regenten. Zou een regentenzoon een vrouw uit een lagere klasse zwanger maken, dan zou het de familie niet alleen veel geld kosten in de vorm van een afkoopsom, maar vooral ook zijn kansen op een glansrijke loopbaan verslechteren. Betrof het iemand van zijn eigen klasse, dan was de vrijer gedwongen haar te trouwen, wat op alle fronten nadelig kon zijn. Seks voor het huwelijk was gevaarlijk voor de carrière. Een regentenzoon mocht in de Republiek niets doen dat God verbood. Liefde was eerder een gevaar dan een leidraad. (7)

Uit het verdere verloop van zijn leven blijkt dat Johan de Witt zich nooit anders heeft gedragen dan de plichten hem als regentenzoon voorschreven. Nooit heeft Johans gedrag op persoonlijk, relationeel gebied aanleiding gegeven tot een schandaal.

Zou het in het pamflet genoemde (vermeende) schandaal rond juffrouw Coljer een uitzondering daarop vormen? Het zou de ideale schoonzoon Johan de Witt wel een rafelig, menselijk kantje gegeven.

Uit onderzoek in het Gemeentearchief in Den Haag blijkt Aletta Coljer al op 21 februari 1649, dus bijna twee jaar vóór Johans benoeming tot pensionaris van Dordrecht in december 1650, trouwde in de Scheveningse Kerk met een zekere Herman van Stade uit Lijffland, van wie ze een kind krijgt, genaamd Jacobus, dat op 17 februari 1651 gedoopt werd in de Kloosterkerk te Den Haag. Ze was in de tweede helft van 1650 dus inderdaad zwanger, maar dat is zo'n beetje het enige van de bewering in het pamflet dat klopt. Het nichtje woonde al tijden niet meer in het huis van haar oom en ze is niet getrouwd met een Dordtse heer.

 

De pamfletschrijver was dus slecht op de hoogte. Als het kind dat in februari 1651 werd geboren wérkelijk een zoon van Johan was geweest, dan zou dit namelijk een veel groter schandaal inhouden: Johan had een getrouwde vrouw zwanger gemaakt. Om het op een populairdere manier te zeggen, ik heb de bewering gefactcheckt en beoordeel haar als 'onwaar'.

 

Jean-Marc van Tol, 19 april 2017

Noten