Tijdens het werk aan de brieven van Johan de Witt komen we vaak bijzondere zaken tegen. Dat kunnen noemenswaardige personen zijn, vreemde voorvallen, persoonlijke voorvallen, opvallende materiële zaken, enzovoort. Vooruitlopend op de lancering van de database met de correspondentie van Johan de Witt zullen we hiervan via blogpagina's en tweets regelmatig melding maken. Volg ons daarom ook via Facebook: Johan de Witt NL, Instagram en Twitter: @JohandewittNL.
 
Brand in El Escorial
 
Op 7 juni 1671 brak in El Escorial, het abdij-mausoleum complex dat de Spaanse koning Filips II als laatste rustplaats voor zijn vader keizer Karel V had laten bouwen, een verwoestende brand uit. Hoewel de koninklijke appartementen, de hoofdbibliotheek en de kerk gered konden worden, gingen veel kostbare documenten verloren tijdens de brand, die pas vele dagen later onder controle was.
Hieronymus van Beverningk, die namens de Republiek als buitengewoon gezant naar Madrid was gestuurd om een defensief verbond met Spanje tot stand te brengen, schrijft in het naschrift van zijn brief van 10 juni 1671: (1)
Tsedert gisteren is dese stadt vervult geweest met een gerucht dat het vermaerde Escurial al op sondach in den brant was geraeckt ende dat denselven noch al duerde, maer vermits de onsekerheyt van de geruchten hebbe daervan in mijn brieven geen vermaen willen doen. Nu werde ick door een oculaire getuyge daervan bericht sooals U.Ed. Mo. believen te vernemen uyt het nevensgaende extract.
 
Met zijn brief Van Beverningh stuurt het gedetailleerde bericht van een ooggetuige, genaamd B. Hasque, mee:
Edele gestrenge heere,
Het bericht dat ick U.Ed. gestrenge op desselfs ordre met de meeste kortheyt kan laten toekomen nopende het ongeluck van het Escurial dat ick selfs
gezien hebbe, is dit.
Van alle de vier hooftzijden off facades en is van het opperste van het dack tot op de steene gewelften toe niets overgebleeven
als alleenlijck de muyren, dewelcke van massive steen sijn opgeleyt. Ende het is even alsoo gestelt met alle de timmeragiën, dewelcke het gebouw kruyswijs van
binnen doorsnijden ende de binneplaetsen maecken soo van het paleys als van het klooster ende collegie ofte seminarium van de jonckheyt.
Drie toorens sijn omverre gevallen als een van de hoecktoorens ende twee van die van binnen. Ses toorens sijn noch over ende gebleeven als
de drie overige hoecktorens, de groote dome off koupel uyt het midden van de kerck oprijsende ende de twee dewelcke op de frontispice van de
kerck corresponderen, ende in de welcke de klocken gehangen hebben wel verstaende 19 in d'eene voor den gemeynen dienst met het groote uyrwerck ende 40
in de andere tot een klockespel geproportionneert, maer alsoo alle het houtwerck binnen deselve toorens sijne verbrant ende geconsumeert is
geworden, soo zijn oock alle de voors. klocken van boven neergestort ende aen stucken gebroocken.
D'ene bibliotheek met manuscripten ofte door de handt volschreve boecken, soo in 't arabisch als in verscheyde andere talen, is al
mede door den brandt verslonden, hoewel de twee andere noch overich zijn.
Aen de kercksacristie, het pantheon ende andere groote stucken en is het vier noch niet gekomen, vermits derselver gewelften alle van loutere
steen sijn opgehaelt ende gelijck mij de monnicken van 't convent hebben versekert en heeft het verderff noch niet geraeckt aen eenige van de voornaemste
rijckdommen en kostelijckheeden, nochte en was niets vergaen van de schilderijen ofte beelden van waerde. Oock en is noch mede niets omverre geraeckt van
de groote portalen ende andere aensienlijcke sieraden.
Voorleeden sondagh nae de middagh heeft den brant sijn begin genomen ende ginck nochal even hardt aen doen ick gisterenavondt vandaer herwaerdts aen trock,
maer ick hoope met Godts hulpe dat den grooten regen dier er gevallen is het vier sal hebben uytgeblut.
U.Ed. Gestrenge gelieve mij mijn kortheyt in 't schrijven niet te verdecken, veroorsaeckt door de vermoeytheyt van de wech als door andere affaires die ick voor het affgaen van de post hebbe te verrichten. Godt geve U.Ed. vele geluckige jaren, gelijck ick wensche, Edele Gestrenge Heere, u onderdanige dienaer
(geteeckent) B. Hasque
Madrid, den 10en juni 1671 (1)
 
Op 24 juni schrijft Van Beverningk vervolgens:
Den brant in het Escurial heeft bij gebreck van gereetschap om dien te blussen wel vier dagen gecontinueert ende soolange als het hout heeft connen bereycken. Maer gelijck het overal seer swaer verwult is met steen, is het binnewerk niet beschadicht ende de schade aen de schilderijen ende boecken is weynigh. Men maeckt staet als de religieusen het hout van den Coninck sullen mogen aenslaen, dat den arbeytsloon ende andere behoeften wel sullen gefurneert werden met 60.000 rijcxd., ende gelijck dat clooster geseyt wert wel 100.000 rijcxd. jaerlijcx incomen te hebben, sal het ongetwijffelt haest connen werden herstelt. (1)
 
Wat ook inderdaad snel gebeurde. In opdracht van de Spaanse koning Karel II werd de schade hersteld en grote delen van het koninklijke klooster werden herbouwd. Door de eeuwen heen werden veel Spaanse vorsten er begraven. Sinds 1984 staat het complex op de werelderfgoedlijst van Unesco.
 
Ineke Huysman, 3 september 2017
 
Noten
- (1) GahetNa, archief Johan de Witt 3.01.17, 1973.