Gegevens van record 1405
Nummer | 1405 |
---|---|
Datum | 27-6-1950 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Van Maarseveen 90 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Maarseveen, J.H. van
(info)
|
Ontvanger(s) |
Hirschfeld, H.M.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Djakarta |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1950 |
Dossiernummer | 13 |
Trefwoorden |
Hatta, Moh.* Palang Merah Indonesia (PMI), zie Rode Kruis parlement, Indonesische - unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de - volkenrecht |
Annotatie |
slotnoot: In reactie hierop seinde Hirschfeld op 28 juni onder no 208: 'Ik deel u mede, dat in vele gesprekken die ik met Indonesische ministers heb gehad, nimmer de stelling werd verkondigd dat Indonesië gerechtigd zou zijn desgewenst de Unie met Nederland op te zeggen. Ik ken op het ogenblik ook geen enkele uitspraak in die zin, afkomstig van een prominente Indonesische politieke persoonlijkheid. Indien u mij zodanige uitspraken kunt signaleren, zou zulks uiteraard te mijner voorlichting nuttig zijn. Zolang ik deze uitspraken niet ken en ministers zich geen opmerkingen in deze zin laten ontvallen, lijkt het mij niet gewenst, dat ik gesprekken over deze materie voer. Met de principiële beschouwingen, die u over deze aangelegenheid in uw telegram levert, kan ik mij over het algemeen zeer wel verenigen. Ik zou mijnerzijds deze zaak tot nader bericht uwerzijds kunnen laten rusten, doch ik veroorloof mij tenslotte nog een algemene opmerking. Indien er eens een situatie zou ontstaan waarbij de Indonesische regering de Unie zou willen verbreken, dan vraag ik mij af, of men zich dan wel primair op juridische argumenten kan beroepen. Zal de situatie dan niet veeleer zo zijn, dat men zal moeten overwegen of men in wederzijdse overeenstemming de Unie in de juiste juridische vorm zal moeten opheffen. Een Unie tegen de zin van één der partijen zal toch immers niet kunnen werken. Zolang geen der partijen echter een zodanige wens uit is het beter hierover te zwijgen. Tenslotte mogen wij niet vergeten dat een aantal belangrijke (misschien wel de belangrijkste) problemen die thans onder de vlag van de Unie worden behandeld, evengoed in normaal diplomatiek verkeer opgelost zouden kunnen worden.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 6. Hierop seinde Van Maarseveen op 5 juli onder no 108: - - - 'Ik kan mij er slechts over verheugen dat u van de zijde van de Indonesische ministers de stelling dat de Unie eenzijdig opzegbaar zou zijn tot nu toe nimmer hebt vernomen. Ware dit anders, dan zouden wij mogelijk reeds te laat zijn. Indien eenmaal de opvatting van eenzijdige opzegbaarheid op ministerieel niveau door de RIS zou zijn gesteld, zou het immers voor haar uitermate moeilijk worden daarop nog weer terug te komen inzonderheid indien die opvatting naar buiten bekendheid zou krijgen. Daartegenover staat dat van Indonesische zijde op lager niveau opzegbaarheid wordt besproken en gepropageerd gelijk uit de pers blijkt. Onlangs seinde Van Balluseck verslag van zijn gesprek met Palar tijdens de Technical Assistance Conference, waarbij laatstgenoemde de te vormen constituante nadrukkelijk souverein noemde die ook RTC-akkoorden en Unie zou kunnen opzeggen of niet meer erkennen. Hij verwees daarbij naar sterke stromingen in die richting in RIS-parlement. Tenslotte ga ik terug in de nog recente historie en wijs erop dat ook Hatta, van de RTC op terugreis, op 9 november 1949 te Caïro een persconferentie hield, waarbij hij het Haagse akkoord kenschetste als een vrijwillig samengaan tussen 2 souvereine staten, waaraan Indonesië - indien het dit in de toekomst wenst - een eind kan maken. Men moet er rekening mee houden dat ook deze uitlating reeds bedoelde te stellen dat de Unie eenzijdig opzegbaar zou zijn. Het lijkt mij bepaald nodig in deze zaak vooruit te zien om welke reden ik mijn verzoek onze opvatting als vervat in mijn 90, op de juiste wijze te geëigender plaatse uit te dragen, moge handhaven. Wat tenslotte uw opvatting betreft als zou het juister zijn zich in voorkomend geval over de juridische vorm van opheffing der Unie te beraden, ook omdat een aantal problemen welke thans in Unieverband worden behandeld, even goed in normaal diplomatiek verkeer opgelost zouden kunnen worden, kan ik u niet bijvallen. Het schijnt mij toe, dat u dit ook niet zult hebben verwacht.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, |
Zie ook |
2249:
Van Maarseveen 449
3245: Hirschfeld H/dW no 287 persoonlijk 5373: PV New York 1813/503 zeer geheim |
afbeelding (512 KB) |