Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3560

Nummer 3560
Datum 24-9-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Beyen 329
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1953
Dossiernummer
Trefwoorden Manusama, J.A.
Molukkers in Nederland, houding/positie van -
Molukkers in Nederland, repatriëring van -
toelatings-/asiel-/uitwijzingsbeleid/reisdocumenten, Nederland
toelatings-/uitwijzingsbeleid/reisdocumenten, Indonesië
Wairisal, A., minister-president van de RMS
Annotatie inleidende noot:
Op 12 sept. had de directeur van het Bureau Politieke Zaken van Directie Beleidszaken Indonesië. Kwantes, in een voor de directeur Beleidszaken, Rookmaker, bestemd memorandum  het volgende opgemerkt: 'Naar aanleiding van persberichten over de aankomst van Manusama in Nederland nam ik hedenmorgen contact op met mr. Leffertstra, die mededeelde in contact te staan met het hoofd van de vreemdelingendienst en van die zijde de toezegging te hebben ontvangen dat geen maatregelen tegen Manusama zullen worden genomen zonder voorafgaand overleg met BZ. Uit het bijgevoegde verslag van de door ir. Manusama op de dag van zijn aankomst in Den Haag gehouden persconferentie blijkt, dat hij zich volkomen bewust was met het beleggen van deze bijeenkomst in strijd te handelen met de voor hem als vreemdeling geldende beperkende bepalingen. Het is naar het voorkomt van groot belang, ook tegenover de hier te lande aanwezige Ambonese gemeenschap, dat de Nederlandse regering laat blijken dat zij negatie van haar gezag in geen geval zal dulden. Welke maatregelen kunnen worden genomen, dient uiteraard door de minister van Justitie te worden beslist. In elk geval zal niets moeten worden nagelaten om te bevorderen dat ir. Manusama het land zo snel mogelijk weer zal verlaten. In dit verband moge nog melding worden gemaakt van het voornemen van ir. Van Ringen [commissaris Ambonezenzorg] om in verbinding te treden met Manusama en deze in een of meer kampen het woord te laten voeren (inlichting van mr. Smulders). Ir. van Ringen  meent, dat hij ir. Manusama wel zal kunnen bewegen zich te onthouden van het houden van politieke redevoeringen. Tegen deze onderschatting van de overtuiging welke ir. Manusama ertoe brengt de "wereldse machten" te tarten, zomede de moeilijkehden te aanvaarden welke dit persoonlijk voor hem met zich medebrengt, dient ernstig te worden gewaarschuwd. Elke toegeeflijkheid zal door Manusama worden gebruikt als basis voor het verkrijgen van nieuwe concessies. In het voorgaande vermeed ik opzettelijk als uitgangspunt te nemen de indruk welke gebrek aan overtuiging in de Nederlandse houding t.o.v. ir. Manusama in Indonesië kan wekken. Voor BZ is dit aspect van de zaak uiteraard belangrijk, maar bij de door ons tegenover Justitie en Maatschappelijk Werk te gebruiken argumenten kan hierop beter niet al te grote nadruk worden gelegd.' Archief BZ, GS 1945-1954, dossier no 187.
Zie ook 374: Ministerraad
3423: Van Bylandt 448
3764: Beyen/Luns 430
3888: Luns 272
PDF transcriptie (12 KB)