Gestelde vragen |
[1] Gereformeerden.
[2] Remonstranten.
[3] Roomsen.
[4] Jansenisten.
[5] Luthersen.
[6] Luthersen, Herstelden.
[7] Hernhutters of Moravische Broeders.
[8] Hoogduitsen.
[9] Portugezen.
[10] Doopsgezinden.
[11] Andere gezindheden.
[12] Gehele bevolking der gemeente.
[13] Aanmerkingen aangaande de onderscheidene gezindheden.
[1] Namen der classis of ring, waaronder de gezindheid behoort.
[2] Kerken die aan dezelve onderhorig zijn en gemeenten of gehuchten waar ook gepredikt wordt.
[3] Gemeenten of gehuchten waarvan de leden der gezindheid zich naar elke kerk begeven.
[4] Ingeval er geen kerk is, in welke gemeente de leden hun godsdienst alsdan uitoefenen.
[5] Bevolking der gemeente of gehucht, a) gereformeerd, b) niet gereformeerd.
[6] Inrichting van de consistorie, a) namen en ouderdom der predikanten, b) getal der ouderlingen, c) getal der diakonen, d) traktementen door het gouvernement, e) traktementen door de leden der gezindheid.
[7] Vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) zuiver jaarlijks rendement.
[8] Renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wie, c) zuiver jaarlijks rendement, d) totaal der inkomsten der predikanten.
[9] Toelagen voor woning, reizen naar de classis, kinderen als anderzins, a) waarin bestaande, b) beloop van elke toelage, c) door wie betaald, d) aanmerkingen.
[1] Welke is de bisschop of opperste geestelijke.
[2] Waar resideert dezelve.
[3] Naam van de hoofdplaats van het dekenschap.
[4] Namen der kerken of kapellen welke van deze Rooms katholieke gemeente afhangen.
[5] Namen der gemeenten of gehuchten waarvan de leden behoren tot elk dezer kerken of kapellen.
[6] Ingeval er geen kerk is, in welke gemeente de leden hunne godsdienst alsdan uitoefenen.
[7] Bevolking der gemeente of gehucht, a) rooms-katholieken, b) niet-katholieken, c) namen en ouderdom der pastoors, d) namen en ouderdom der kapellanen.
[8] Inkomsten der pastoors, a) traktementen door het gouvernement, b) traktementen door de leden van de gezindheid.
[9] Vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) zuiver jaarlijks rendement.
[10] Renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wien, c) zuiver jaarlijks rendement, d) totaal der inkomsten der pastoors.
[11] Toelagen voor woning als anderzins, a) waarin bestaande, b) beloop van elke toelage, c) door wie betaald.
[12] Traktementen der kapellanen, a) aard van dezelve, b) jaarlijks beloop, c) door wie betaald, d) aanmerkingen.
[1] Naam van het consistorie-generaal, of kerkelijk opperhoofd, en de plaats van deszelfs residentie, waaronder deze gemeente behoort.
[2] Namen der kerken alwaar gepredikt wordt.
[3] Namen der plaatsen en gehuchten tot deze kerkelijke gemeente behorende.
[4] Ingeval er geen kerk is, in welke gemeente de leden hunne godsdienst alsdan uitoefenen.
[5] Bevolking der gemeente of gehucht, a) luthersen, b) niet luthersen.
[6] Samenstelling der consistorie, a) namen en ouderdom der predikanten, b) getal der ouderlingen en diaconen, c) traktementen door het gouvernement, d) traktementen door de leden der gezindheid.
[7] Vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) zuiver jaarlijks beloop.
[8] Renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wie, c) zuiver jaarlijks beloop, d) totaal der inkomsten der predikanten.
[9] Toelagen voor woning als anderzins, a) waarin bestaande, b) jaarlijks beloop, c) door wie betaald, d) aanmerkingen.
[1] Naam van het centrale consistorie en de plaats waar hetzelve gevestigd is.
[2] Namen der plaatsen en gehuchten tot de synagoge dezer gemeente behorende.
[3] Indien er geen synagoge is, in welke gemeente de leden alsdan hun godsdienst uitoefenen.
[4] Bevolking van iedere gemeente of gehucht, a) hoogduitse israelieten, b) geen hoogduitse israelieten.
[5] Samenstelling van elke synagoog, a) namen en ouderdom der rabbijnen, b) getal der ouderlingen.
[6] Inkomsten der rabbijnen, a) traktementen van het gouvernement, b) traktementen door leden der gezindheid.
[7] Vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) zuiver jaarlijks beloop.
[8] Renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wie, c) zuiver jaarlijks beloop, d) totaal der inkomsten der rabbijnen.
[9] Toelagen voor woning als anderzins, a) waarin bestaande, b) jaarlijks beloop, c) door wie betaald, d) aanmerkingen.
[1] Kerken, a) gezindheid tot welke dezelve behoren, b), getal der kerken, en derzelver namen, of andere onderscheidingen, c) door wie gebouwd, d) wanneer, e) derzelver grootheid berekend naar het getal personen welke hetzelve in zich kan bevatten, f) in welke staat dezelve kerken zijn.
[2] Pastorieën, a) derzelver getal, b) door wie gebouwd of gekocht, c) wanneer.
[3] Met betrekking tot die welke gehuurd zijn, a) aan wie behoren dezelve, b) jaarlijks beloop der huur, c) door wie betaald.
[4] Inkomsten der vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) jaarlijks inkomen.
[5] Inkomsten der renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wie, c) jaarlijks inkomen, d) totaal der jaarlijkse inkomsten.
[6] Uitgaven, a) aard dier uitgaven, b) jaarlijks beloop.
[7] Schulden, a) oorsprong van dezelve, b) kapitaal, c) jaarlijkse interest, d) totaal der jaarlijkse uitgaven en schulden, e) zuivere jaarlijkse inkomsten, f) aanmerkingen.
[1] Gezindheid tot welke dezelve behoren.
[2] Namen der etablissementen.
[3] Tijd van derzelver oprichting.
[4] Vaste goederen, a) oorsprong van dezelve, b) aard van dezelve, c) plaatsen waar dezelve gelegen zijn, d) zuiver jaarlijks inkomen.
[5] Renten, a) oorsprong van dezelve, b) op wie, c) zuiver jaarlijks beloop, d) totaal der jaarlijkse inkomsten.
[6] Uitgaven van elk etablissement, a) aard van dezelve, b) jaarlijks beloop, c) classen van studiën welke zij doorlopen.
[7] Beurzen, a) door wie gesticht, b) hun getal, c) beloop van elke beurs.
[8] Getal der kwekelingen, a) gratis, b) betalende, c) beloop van het kost- en leergeld van een betalende kwekeling, d) namen der professoren, e) hun bezigheden in het etablissement, f) plaats hunner geboorte, g) administratie van elk etablissement en aanmerkingen.
|