Verzoeken om inlichtingen, met de daarover genomen besluiten

Verzoek

Onderwerp Toestand van het lager onderwijs
Beginjaar 1799
Toelichting Achtergrond: Op 4 december 1798 nr. 28 wordt door het Uitvoerend Bewind een Decreet van de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam dd 16 november behandeld, over de benoeming van Curatoren van de Leidse universiteit. De Agent van Nationale Opvoeding wordt gelast over het 7e additionele artikel van de Staatsregeling van 1798, waarbij in afwachting van voorstellen door het Uitvoerend Bewind alle openbare instituten ter bevordering van de wetenschappen onveranderd zijn gelaten, een voorstel te doen (ARA 2.01.01.04 Archief van het Uitvoerend Bewind, inv. nr. 51). Indices: De opgaven zijn vanwege het grote aantal niet afzonderlijk opgenomen. De data van de besluiten zijn te vinden via Nationaal Archief 2.01.12 Archief van het Departement van Binnenlandse Zaken 1796-1813, inv. nr. 329-332 index op de besluiten van de Agent van Nationale Opvoeding, 'Staat van het Schoolwezen in de Bataafsche Republiek' en in Ch. Jeurgens en P.M.M. Klep, Informatieprocessen van de Bataafs-Franse overheid 1795-1813 (Den Haag 1995) 66. Vindplaatsen: In Nationaal Archief 2.01.01.05 Archief van het Staatsbewind, inv. nr. 523 vindt men alle aan de hand van de opgaven opgemaakte staten (zie het besluit van 12 december 1801 nr. 7 hieronder). Voor voorstellen en maatregelen op het gebied van de verbetering van het lager onderwijs zie Nationaal Archief 2.01.12, inv. nr. 330-332, 'Verbeteringen in het Openbaar Onderwijs en 'Nationaal Onderwijs op de Lagere Scholen'. Zie ook verzoek om inlichtingen 'Toestand van het lager onderwijs' (1801), 'Verbeteringen in het onderwijs' en 'Hoger onderwijs'.
Beleidsterrein Onderwijs
Gestelde vragen [1] Welke letterkundige instituten er in hunne Gemeente of Gemeentens voorhanden zijn, zijnde hiervan alleen uitgezonderd de vijf hogescholen in dit gemenebest, alsmede het Athenaeum Illustre van Amsterdam en Deventer en het Latijnsche school te Amsterdam, van alle dewelke ik reeds de nodige informatien heb ingewonnen, onder dit articul worden derhalven begrepen alle overige athenaea, Latijnsche, andere taalkundige en lagere Nederduitsche scholen, benevens alle zodanige instituten, waarin opvoeding en onderwijs in talen of wetenschappen gegeven worden. [2] Aan welke collegien of individueele persoonen het opzicht en bestuur over dezelve is toevertrouwd. Dus, welke gewestelijke, stedelijke of plaatselijke committés van publicq onderwijs, collegien van curatoren over Latijnsche scholen, of onder welken anderen tytel ook, voorhanden zijn, hoe groot het getal der leden van deze collegien, en welke derzelver namen zijn. [3] Tot hoeverre zich dat opzicht over die instituten uitstrekt, of zij door hen bestierd worden naar instructien en ordonnantien en zoo ja, welke dezen zijn; met inzending van een exemplaar van ieder derzelven volgens den tijd, waarop zij achtereenvolgende zijn geëmaneerd. [4] Hoe veel onderwijzers of onderwijzeressen, in elk dier instituten gevonden worden, derzelver qualiteiten, namen en ouderdom. [5] Of de opzienders der wetenschappelijke instituten enige jaarwedden of andere voordelen genieten, zo ja, hoe groot dezelven zijn, en uit welke fondsen dezelven worden goedgemaakt. [6] Hoe groot de jaarlijksche bezoldigingen, emolumenten en andere aan hunnen post verbondene voordelen zijn van de onderwijzers en onderwijzeressen op de respective scholen, uit welke fondsen dezelve betaald worden en hoeveel de leerlingen zelven daartoe bijdragen. [7] Welke ordonnantien, schoolreglementen en schoolmeestersgildewetten er tot dusverre bestaan hebben, waarnaar de aanstellingen en examina der onderwijzers geregeld worden, met inzending dier ordonnantien enz. [8] Welke en hoe groote fondsen en eigendommen, kabinetten, van phisische en andere instrumenten bibliotheken enz. de respective instituten bezitten, en of dezelven ook bezwaard zijn. [9] Welke verdere geëmployeerden, als opzichters over bibliotheken, musea aan die instituten behorende, custodes, clavigers en bedienden bij dezelve gebezigd worden, derzelver namen en bezoldigingen, benevens de fondsen der laatsten. [10] Hoe groot in derzelven het aantal der leerlingen zij, na enen middelbaren overslag over de laatste vijf jaren. [11] Welke wetenschappelijke instituten er zijn, die geheel op zich zelven bestaan, genen openbaren bijstand genieten en aan geen openbaar toeverzicht onderworpen zijn, of zo al het laatste, tot hoever zig dat uitstrekt, en onder wiens toevoorzicht dezelve staan. [12] Welke inrichtingen er plaats hebben tot facilitering van het genot van onderwijs van minvermogende leerlingen, zo van individueele op de geleerde als lagere scholen, als van kinderen uit gods en armenhuizen. Hiertoe behoort de opgave van alle beurzen en stipendia, die voorhanden zijn. [13] Of de schoolgebouwen plaatslijke of kerklijke eigendommen zijn.
Bron

Besluiten

Datum Instelling die het besluit neemt Inhoud van het besluit Bijlagen met dagnummer
05-02-1799
8
Agent van Nationale Opvoeding Het besluit van het Uitvoerend Bewind dd. 4 december wordt geresumeerd; hoewel het betrekking heeft op het hoger onderwijs, wordt voor het maken van een plan voor het openbaar onderwijs noodzakelijk geacht dat ook een staat wordt verkregen van het lager onderwijs. Er wordt een concept-brief aan de Intermediaire Administratieve Besturen opgesteld, waarin die verzocht worden de Gemeenten te gelasten zo mogelijk binnen twee maanden opgave te doen van de staat van het lager onderwijs; het Uitvoerend Bewind wordt volmacht verzocht voor het verzenden van de brief. Details
06-02-1799
42
Uitvoerend Bewind Ingekomen van de Agent van Nationale Opvoeding zijn verzoek dd. 5 februari. Toegestaan. Details
11-02-1799
1
Agent van Nationale Opvoeding Ingekomen van het Uitvoerend Bewind extract-besluit dd. 6 februari. De brief wordt aan de Intermediaire Administratieve Besturen verzonden. Details
25-04-1799
9
Agent van Nationale Opvoeding Verzoek aan de Departementale Besturen om nalatige Gemeenten te manen opgave te doen; met bijvoeging van lijsten van Gemeenten die wel opgave hebben gedaan. De Commissarissen van het Uitvoerend Bewind bij de Departementale Besturen krijgen eveneens een exemplaar van de brief, met verzoek zich in te zetten voor voltooiing van de zaak. Details
09-05-1799
3
Agent van Nationale Opvoeding Ingekomen een bericht van het Departementaal Bestuur van de Dommel dd. 1 mei, dat voldaan is aan de opdracht de nalatige Municipaliteiten van Bergeyk, Westerhoven, Riethoven en Beers aan te manen tot het doen van de opgave van het schoolwezen aldaar. Aangenomen voor notificatie. Details
17-06-1800
3
Agent van Nationale Opvoeding Naar aanleiding van een door de Secretaris opgestelde lijst plaatsen die nog geen opgave van de staat van het schoolwezen hebben gedaan wordt besloten de Departementale Besturen opdracht te geven de opgaven alsnog te verkrijgen. Details
12-12-1801
7
Agent van Nationale Opvoeding De aan de hand van de binnengekomen opgaven opgemaakte staten van het lagere schoolwezen worden in het archief gedeponeerd. Details
04-03-1802
13
Raad van Binnenlandse Zaken Onder andere besloten dat Van der Palm een algemeen verslag van de staat van het schoolwezen zal schrijven ten behoeve van het Staatsbewind. Details
17-03-1802
9
Raad van Binnenlandse Zaken Van der Palm overhandigt een concept-verslag aan het Staatsbewind inzake de staat van het schoolwezen. Het wordt gearresteerd (nr. 48). Men zal het laten drukken en rondzenden aan de Departementale Schoolbesturen en Schoolopzieners en aan de redactie van de Bijdragen ter plaatsing. Details

De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.