Verzoek
Onderwerp | Voormalige woningen van plaatselijke militaire commandanten |
---|---|
Beginjaar | 1807 |
Toelichting | Achtergrond: Op 3 november 1807 nr. 25 werd een Koninklijk Decreet inzake het toekomstig gebruik van de voormalige woningen van plaatselijke commandanten uitgevaardigd. Vindplaatsen: Niet alle opgaven zijn aangetroffen. |
Beleidsterrein |
Landmacht Nederland
|
Gestelde vragen | [1] Of in de vestingsteden van hun Departement gevonden worden gebouwen voorheen tot woningen voor gouverneurs of militaire commandanten gedestineerd geweest zijnde. [2] Welk een gebruik van zodanige gebouwen thans gemaakt wordt. [3] Of dezelve gebouwen, zonder ongerief en merkelijk bezwaar van 's Rijks schatkist, wederom tot de woningen van militaire commandanten zouden kunnen worden geapproprieerd. [4] Wat voor den lande minst kostbaar zoude zijn, de voorschreven gebouwen wederom tot woningen voor militaire commandanten te appropriëren, dan wel andere huizen daartoe aan te kopen. [5.] Alles met bijvoeging van zoodanige consideratiën, plans en calculatiën, als tot behoorlijke elucidatie van deze zaak noodzakelijk en gepast zullen bevonden worden. |
Bron | Minister van Binnenlandse Zaken aan Landdrosten, dd. 2 juni 1807 no. 5 |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
02-05-1807
35 | Secretarie van Staat | Naar aanleiding van een verzoek van de Minister van Oorlog en een rapport van de Eerste Sectie van de Staatsraad krijgt de Minister van Binnenlandse Zaken opdracht opgave te doen van de woningen en gebouwen van voormalige plaatselijke gouverneurs en commandanten. | Details |
08-05-1807
1 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Het besluit van 2 mei 1807 nr. 35 wordt in advies gehouden. Zodra de Landdrosten in functie zijn getreden zal hen opgave worden gevraagd van gebouwen in vestingsteden die voorheen woningen van gouverneurs en commandanten zijn geweest. | Details |
02-06-1807
5 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten wordt verzocht opgave te doen van gebouwen die voorheen door gouverneurs of militaire commandanten werden bewoond. | Details |
23-06-1807
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen antwoord dd. 22 juni 1807 van de Landdrost van Maasland, dd. 16 juni 1807 van de Landdrost van Utrecht, dd. 11 juni 1807 van de Landdrost van Overijssel en dd. 8 juni 1807 van de Landdrost van Friesland. Gehouden in advies. | Details |
25-06-1807
6 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen de antwoorden dd. Assen 22 juni 1807 van de Landdrost van Drenthe en dd. Groningen 20 juni 1807 nr. 2 litt. T van de Landdrost van Groningen. Gehouden in advies. | Details |
14-07-1807
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland antwoordt dd. Haarlem 10 juli 1807. Gehouden in advies. | Details |
15-07-1807
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Brabant antwoordt dd. Den Bosch 13 juli 1807 Litt. B. Gehouden in advies. | Details |
26-07-1807
8 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland antwoordt dd. Arnhem 24 juli 1807. Gehouden in advies. De Landdrost van Zeeland wordt aangeschreven om de opgaven. | Details |
04-08-1807
22 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Zeeland antwoordt dd. Middelburg 1 augustus 1807 nr. 173. Gehouden in advies. | Details |
12-08-1807
11 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Alle originele antwoorden worden met een memorie van de kosten van onderhoud bij missive nr. 39 opgezonden aan de Koning. | Details |
21-08-1807
13 | Secretarie van Staat | De Minister van Binnenlandse Zaken zendt dd. 12 augustus 1807 de opgave. Aan de Minister van Oorlog wordt advies gevraagd. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.