Verzoek
Onderwerp | Kloosters |
---|---|
Beginjaar | 1809 |
Toelichting | Achtergrond: Op 17 april 1809 nr. 3 werd bij Koninklijk Besluit aan de nog bestaande kloosters kwijtschelding verleend van de helft van de beschreven en de onbeschreven middelen. De Minister van Financiën en de Minister van Eredienst waren gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering. Ter vervanging van dit besluit werd de remissie omgezet in een vaste toelage van 250 gulden. Het lijkt er op dat binnen het Ministerie van Eredienst het Tweede Bureau van de Eerste Divisie met de aanschrijving is begonnen vanwege de financiële achtergrond en dat het Tweede Bureau de zaak overnam omdat de gegevens de staat van de erediensten completeerden. Er staat op p. 101 van de index 1809 van de Eerste Divisie Tweede Bureau dan ook: "Vervolgd bij 1D1B". Vindplaatsen: Raad-Secretaris Verheijen lichtte de stukken op 12 april 1810 uit het archief van de Staatssecretarie. Een deel is teruggelegd, de overige opgaven werden vooralsnog niet aangetroffen. |
Beleidsterrein |
Kerkgenootschappen
|
Gestelde vragen | |
Bron |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
29-04-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Gezien een verzoek [van de Minister van Financiën] om opgave van de kloosters worden de Landdrosten aangeschreven, om, indien in hun Departement kloosters zijn, aan te geven of het mannen- of vrouwenkloosters zijn, welke aard en nuttigheid ze hebben, in welke staat hun inrichting, goederen, fondsen en inkomsten zich bevinden, hoeveel leden zij tellen en of ze minvermogend zijn, dan wel geen toelage nodig hebben. | Details |
02-05-1809
2 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | Een opgave van de Landdrost van Gelderland met Huissen is ingekomen. | Details |
06-05-1809
10 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Amstelland meldt [datum niet opgegeven] dat Burgemeesters en Gemeentebesturen op de hoogte zijn gesteld inzake de opgave over kloosters. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
12-05-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Overijssel dd. 8 mei 1809, de Landdrost van Friesland dd. 8 mei 1809, de Landdrost van Groningen dd. 6 mei 1809 en de Landdrost van Drenthe dd. 8 mei 1809 melden dat in hun Departementen geen kloosters aanwezig zijn. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details |
20-05-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Zeeland meldt dd. 15 mei 1809 dat in zijn Departement geen kloosters zijn. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details |
23-05-1809
20 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Oost-Friesland meldt dd. 15 mei 1809 dat in zijn Departement geen kloosters zijn. In advies gehouden totdat de overige opgaven zijn binnengekomen. | Details |
29-05-1809
9 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Amstelland meldt dd. 25 mei 1809 dat er in zijn Departement geen kloosters zijn. In advies gehouden totdat alle opgaven zijn binnengekomen. | Details |
09-06-1809
8 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Brabant doet dd. 4 juni 1807 opgave inzake kloosters, vergezeld van enkele missives van schouten en gemeentebesturen. In advies gehouden. | Details |
19-06-1809
11 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost Brabant zendt dd. 10 juni 1809 inlichtingen van het Gemeentebestuur van Huijbergen over het klooster aldaar. In advies gehouden. | Details |
04-01-1810
55 | Koninklijke Secretarie | De Minister van Financiën rapporteert dd. 3 november 1809 op een rekest van het Sint Elisabethsconvent te Huissen om remissie van imposities. Hij voegt daarbij een lijst van de nog in het Rijk aanwezige kloosters en van de restituties die ze moeten krijgen. De zaak wordt aangehouden. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.