Verzoek
Onderwerp | Onderhoud van Kerkgebouwen |
---|---|
Beginjaar | 1808 |
Toelichting | Achtergrond: De aanschrijving vloeide voort uit onzekerheid omtrent de interpretatie van het 9e artikel van een Koninklijk Decreet van 2 augustus 1808 nr. 26 over de betaling van de leraren van alle gezindheden, de kerkelijke goederen en het functioneren van de kerken. Bij Koninklijk Decreet van 5 februari 1809 nr. 1 werd op voordracht van de Minister van Openbare Eredienst aan de Landdrosten opgedragen geschillen inzake kerken, kerkgebouwen en fondsen te behandelen. Zij moesten daartoe assessoren aanwijzen. Hiermee vervielen de in te stellen commissies en werd het verzoek om inlichtingen afgebroken. |
Beleidsterrein |
Kerkgebouwen
|
Gestelde vragen | |
Bron |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
29-09-1808
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Ingekomen een Koninklijk Besluit van 23 september 1808 nr. 45 ter interpretatie van het 9e artikel van het Koninklijk Decreet van 2 augustus 1808 nr. 26. De Landdrosten worden aangeschreven. | Details |
08-10-1808
6 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Drenthe antwoordt dd. 4 oktober 1808 dat de in het Decreet genoemde commissies van onderzoek omtrent de kerken niet van toepassing zijn op zijn Departement. In advies gehouden totdat de overige antwoorden zijn binnegekomen. | Details |
22-11-1808
7 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Hendrik Kortman e.a., gecommitteerden van de Roomsgezinden van her karspel Ootmarsum, zenden een adres met verslag van 1) uit welke fondsen de kerkgebouwen aldaar worden onderhouden, 2) of daarover schikkingen plaatshebben en 3) of daarover geschillen bestaan. In advies gehouden totdat de Landdrost van Overijssel aan de aanschrijving heeft voldaan. | Details |
19-12-1808
7 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Groningen antwoordt dd. 12 december 1808, met bijvoeging van zijn consideraties over de plaatsen waar de te benoemen commissies werkzaam zullen zijn, met een lijst van geschillen omtrent kerkgebouwen. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details |
29-12-1808
8 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Pastoor en kerkmeesters van de Rooms-Katholieke gemeente van Tubbergen in het gericht Ootmarsum doen bij missive verslag 1) uit welke fondsen de kerkgebouwen aldaar worden onderhouden, 2) of daarover schikkingen plaatshebben en 3) of daarover geschillen bestaan. In advies gehouden totdat de opgaven van alle Landdrosten binnen zijn. | Details |
06-01-1809
2 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Amstelland antwoordt dd. 2 januari 1809 en noemt tevens de plaatsen waar de commissie werkzaam zouden moeten zijn. In advies gehouden totdat de verdere opgaven binnen zijn. | Details |
24-01-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Amstelland doet dd. 20 januari 1809 aanvullende opgave inzake Diemen. Gehouden in advies. | Details |
31-01-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Overijssel doet dd. 26 januari 1809 opgave. Deze wordt in advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details |
01-02-1809
2 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Daar nog niet alle Landdrosten aan de aanschrijving hebben voldaan, worden die van Maasland, Zeeland, Brabant, Utrecht, Gelderland en Friesland gemaand. | Details |
01-02-1809
1 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Bij de Landdrost van Overijssel wordt met het oog op bij het Ministerie ingekomen stukken geĆnformeerd of er wellicht niet meer geschillen zijn. | Details |
10-02-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Utrecht meldt dd. 2 februari 1809 dat bij hem geen andere klachten over kerken zijn ingekomen dan die welke hij heeft genoemd in zijn missive van 16 november 1808 nr. 6. In advies gehouden, totdat de Landdrost heeft voldaan aan de hem opgedragen last op deze klacht. | Details |
14-02-1809
4 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Friesland doet dd. 11 februari 1809 opgave. In advies totdat de overige opgaven binnen zijn. [Hierbij geen melding dat de procedure na het KB van 5 februari 1809 nr. 1 vervallen is]. | Details |
14-02-1809
2 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Overijssel meldt dd. 8 februari 1809 dat hij de genoemde geschillen als beƫindigd had beschouwd en dat er bij zijn weten geen andere geschillen zijn. [vervallen door het Koninklijk Besluit van 5 febr. 1809 nr. 1] | Details |
15-02-1809
3 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | De Landdrost van Zeeland doet dd. 10 februari 1809 opgave. In advies totdat de overige binnen zijn. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.