Verzoek
| Onderwerp | Vergoedingen voor onkosten van classicale en synodale vergaderingen van de hervormde Kerk |
|---|---|
| Beginjaar | 1802 |
| Toelichting | Achtergrond: Aanleiding voor de overwegingen was een rekest van de classis Utrecht die vroeg om voldoening van de classicale gelden vanaf 1795. Op 11 augustus 1803 nr. 27 besloot het Staatbewind weer als van ouds de synodale en classicale vergaderkosten te betalen. |
| Beleidsterrein |
Kerkgenootschappen
|
| Gestelde vragen | [1] Welke gelden, tot goedmaking van synodale of classicale onkosten, vóór en met den jare 1795, uit de kassen der voormalige Provinciën, nu Departementen, of uit zoodanige comptoiren, waaruit gewoonlijk kerkelijke uitgaven geschieden, pleegden betaald te worden. [2] Welk gebruik van die gelden wierd gemaakt, en in hoe ver dezelve als traktementen of personeele voordeelen, waarop ieder lid der classis of synode volgens eene vaste regelmaaat eene gelijke aanspraak had, konden geconsidereerd worden. |
| Bron | Raad van Binnenlandse Zaken aan de Synodale Vergaderingen van de Hervormde Kerk, dd. 9 september 1802 no. 8/15 |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
09-09-1802
8 | Raad van Binnenlandse Zaken | Bij missive (nr. 8) wordt de Coetus van Gedeputeerden van de respectievelijke synodale vergaderingen van het Hervormde Kerkgenootschap aangeschreven om opgave van de bedragen die vóór en na 1795 pleegden te worden betaald voor de classicale en synodale onkosten, van de kassen waaruit deze gelden kwamen en van de besteding. Tevens wordt gevraagd in hoeverre de bedragen kunnen worden beschouwd als personele voordelen van de predikanten. | Details |
|
21-09-1802
5 | Raad van Binnenlandse Zaken | De Coetus van Gedeputeerden van de respectievelijke synodale vergaderingen van het Hervormde Kerkgenootschap zeggen dd. Utrecht 16 september 1802 toe, zo spoedig mogelijk te zullen reageren. | Details |
|
16-12-1802
9 | Raad van Binnenlandse Zaken | De opgave dd. 1 december 1802 van de kerkeraad van de Waalse Gemeente te Schiedam blijft in advies totdat de Coetus van Gedeputeerden van de synodale vergaderingen opgave heeft gedaan. | Details |
|
04-01-1803
19 | Raad van Binnenlandse Zaken | Een opgave dd. 29 december 1802 van de Actuarius van de Waalse Synode wordt in advies gehouden in afwachting van de overige antwoorden. | Details |
|
09-02-1803
8 | Raad van Binnenlandse Zaken | Een missive van J.W. Bouvink met namen van Gedeputeerden van de Zuidhollandse Synode, van de Gedeputeerden van de Zuidhollandse Synode, van de Gedeputeerden van de Synodale kerkvergadering van Noorholland, van de Kerkelijke Commissie van de zes classes van Friesland en van de Gedeputeerden van de Synode van Overijssel, worden commissoriaal gemaakt aan J.H. van der Palm. | Details |
|
29-04-1803
6 | Raad van Binnenlandse Zaken | Na rapport van Van der Palm worden de opgaven en overige stukken bij missive (nr. 32) opgezonden aan het Staatsbewind met een positief advies. | Details |
|
11-08-1803
27 | Staatsbewind | Naar aanleiding van het rapport wordt een besluit genomen inzake de synodale en classical vergaderingen. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.