Verzoek
Onderwerp | Bedelaars |
---|---|
Beginjaar | 1810 |
Toelichting | Op 10 juli 1810 werd het grondgebied van het Koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk ingelijfd. Vrijwel onmiddellijk zond de Franse Ministre de l' Intérieur in verband daarmee een reeks verzoeken om inlichtingen. Hij deed dit rechtstreeks aan de Landdrosten van de voormalige Hollandse departementen, hoewel de oude ministeries in Den Haag nog tot eind december 1810 zouden blijven functioneren. De Landdrosten waren de tegenhangers van de Franse Préfets, het vaste aanspreekpunt van de Ministre. |
Beleidsterrein |
Armenzorg
|
Gestelde vragen | [1] Heeft er gewoonlijk bedelarij in de stad [---] plaats, en worden er bedelaars gevonden. [2] Is het getal der bedelaars groot, en hoe veel bedraagt het. [3] Welke maatregelen bestaan er om dezelve tegen te gaan. [4] Zijn er stichtingen of huizen waarin de bedelaars worden opgesloten; zo ja, hoeveel personen kunnen dezelve bevatten; en welk is het bestuur over dezelve. [5] Tot welk werk worden de bedelaars aldaar verplicht. [6] Hoeveel beloopt het daggeld hetwelk ieder werkman verdient. [7] Welk gebruik wordt er gemaakt van hetgeen aldaar gewerkt of gefabriceerd wordt. [8] Welke zijn de wetten of reglementen tegenwoordig in werking of observantie in zodanige gestichten of huizen; dezelve wetten of reglementen in te zenden. |
Bron |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
09-08-1810
| Landdrost Maasland | De Landdrost van Maasland verzoekt de Burgemeesters van steden van de eerste klasse onder andere om inlichtingen inzake bedelarij. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.