Verzoek
| Onderwerp | Toestand van de kunsten en wetenschappen in de Bataafse Republiek |
|---|---|
| Beginjaar | 1799 |
| Toelichting | Achtergrond: De artikelen 29, 30 en 47 van de instructie van de Agent van Nationale Opvoeding, die op 21 december 1798 van kracht werd, schreven onder andere voor dat hij informatie moest inwinnen over de staat van de kunsten en letterkunde, en het Uitvoerend Bewind jaarlijks een rapport moest sturen over de staat van de kunsten en wetenschappen in de Bataafse Republiek (gedrukte decreten van de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, deel 5, blz. 402). Dit verzoek om inlichtingen aan de letterkundige genootschappen vloeit ongetwijfeld voort uit deze verplichtingen. Het betreft een verzoek om een geregelde correspondentie te onderhouden, zonder dat specifieke informatie werd gevraagd. Er zijn geen afzonderlijke besluiten opgenomen. Zie de indices op de besluiten van de Agent van Nationale Opvoeding: Nationaal Archief 2.01.12 Archief van het Departement van Binnenlandse Zaken 1796-1813, inv. nr. 330-332 'Letterkundige Genootschappen'. |
| Beleidsterrein |
Wetenschappen
|
| Gestelde vragen | |
| Bron |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
10-05-1799
19 | Agent van Nationale Opvoeding | Verzoek aan de Maatschappijen der Wetenschappen en Kunsten in de Bataafse Republiek om geregeld geïnformeerd te worden over de tegenwoordige staat van de maatschappij en over de toestand der wetenschappen en kunsten in het vaderland in het algemeen en over de middelen die voor de bloei het meest bevorderlijk zijn. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.