Verzoek
| Onderwerp | Handel in hop |
|---|---|
| Beginjaar | 1810 |
| Toelichting | Achtergrond: Op 12 december 1809 nr. 11 werd bij Koninklijk Besluit een Wet vastgesteld inzake het inzamelen en keuren van hop. Het bijbehorende Reglement van dezelfde datum nr. 12 schreef voor dat in alle plaatsen waar handel in hop plaatsvond, twee keurmeesters zouden moeten aangesteld. |
| Beleidsterrein |
Handel
|
| Gestelde vragen | [1] Gevraagd wordt om verslag van de invoering van wet en reglement op het keuren van hop. |
| Bron | Minister van Binnenlandse Zaken aan de landdrosten dd. 30 januari 1810 no. 1 |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
30-01-1810
1 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen een Koninklijk Besluit dd. 12 december 1809 nr. 11 met een wet inzake het inzamelen en keuren van hop en een Koninklijk Besluit dd. 12 december 1809 nr. 12 met een reglement inzake het keuren van hop. De Commissies van Landbouw en de Landdrosten ontvangen deze bij missive. | Details |
|
16-03-1810
14 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel antwoordt dd. 2 maart 1810 dat de regelingen niet van toepassing kunnen zijn op zijn Departement waar slechts weinig hop wordt verbouwd. Hem wordt nadere opheldering verzocht. | Details |
|
04-04-1810
10 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Friesland meldt dd. 31 maart 1810 onder andere dat daar geen hop wordt verbouwd en dat er geen handel in plaats vindt. | Details |
|
17-04-1810
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel meldt dd. 7 april 1810 dat in zijn Departement geen wezenlijke handel in hop wordt gedreven. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
04-05-1810
21 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Groningen antwoordt dd. 30 april 1810 nr. 255 Littera P dat in zijn Departement geen hop wordt verkocht. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
30-05-1810
16 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland antwoordt dd. 23 mei 1810 nr. 5 dat in de Kwartieren van Arnhem en Zutphen geen hop wordt verbouwd of handel in hop wordt gedreven. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
05-06-1810
15 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Drenthe antwoordt dd. 26 mei 1810 inzake de verbouw en handel van hop in zijn Departement. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
05-07-1810
6 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland antwoordt dd. 23 juni 1810 nr. 10 onder andere dat alleen in Amsterdam handel in hop wordt gedreven en dat in Haarlem één brouwerij hop van elders betrekt. De Landdrost krijgt antwoord. | Details |
|
11-08-1810
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Groningen zet dd. 3 juli 1810 nr. 486 Littera P nader uiteen dat de Koninklijke Besluiten inzake hop in zijn Departement niet van toepassing zijn. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.