Verzoek
| Onderwerp | Jaarlijkse rondreizen van Landdrosten door Departementen |
|---|---|
| Beginjaar | 1808 |
| Toelichting | Achtergrond: Op 13 juli 1808 nr. 21 zond de Minister van Binnenlandse Zaken een circulaire aan de Landdrosten. Zij en hun Kwartierdrosten moesten in hun ressort een reis te ondernemen om maatregelen te laten treffen tegen ziekten en om de belangen van de ingezetenen des te beter te behartigen. |
| Beleidsterrein |
Statistiek
|
| Gestelde vragen | [1] [Een tour door het Departement maken] en denzelven jaarlijks te herhalen, ten einde zich op deze wijze met hun Departement en den toestand van hetzelve bekend te maken. [2] Zijne Majesteit verlangt wijders, dat zodra door U eenig misbruik of verzuim in de uitvoering eener wet, welke die ook moge zijn, word ontdekt, of U de eene of andere te maken verbetering voorkomt, gij hiervan dadelijk kennis zult geven aan den Minister, tot wiens Departement de zaak behoort, of zelfs, ingeval het een voorwerp van bijzondere aangelegenheid of de zaak daartoe meer geschikt zoude zijn, gij U deswegen directelijk aan Zijne Majesteit zelve zult addresseeren. [1] Het is mij nuttig toegeschenen dat, niet alleen bij het ontdekken van enig misbruik of verzuim in de uitvoering eener wet, of bij het vinden van iets, waaromtrent eenige verbetering nodig mogte zijn, maar in het algemeen van alles wat aan de respectieve heren Landdrosten op deszelfs jaarlijksche tournée eenigsins belangrijk of remarquabel mogte voorkomen, voor zoverre hetzelve de objecten van dit Ministerie regardeert, een opgaaf of verslag aan dit Ministerie geschiede. [2] En dat mitsdien ieder jaar na het volbrengen van den tour door het Departement door de Heeren Landdrosten respectivelijk een zoodanig verslag worde ingezonden, met bijvoeging van zodanige consideratiën, als dezelven eenigsins van belang zullen oordeelen. [3] [De Landdrosten worden daarom bij nadere aanschrijving uitgenodigd dit te doen in verband met hun rondreis in 1809] |
| Bron | Minister van Binnenlandse Zaken aan Landdrosten, dd. 18 januari 1808 no. 23/56 |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
18-01-1808
23 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Op Koninklijke Order van 16 januari 1808 worden de Landdrosten bij missive nr. 56 aangeschreven om een tour in hun Departement te doen en dit jaarlijks te herhalen, teneinde te zorgen en te voorzien in de uitvoering van de wetten. | Details |
|
27-05-1808
11 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Drenthe meldt dd. Assen 24 mei 1808 op reis te gaan en stelt een waarnemer voor. Dit laatste wordt goedgekeurd. | Details |
|
13-06-1808
14 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Drenthe meldt dd. Assen 11 juni 1808 de afloop van zijn tour door zijn Departement. Dit wordt aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
20-06-1808
18 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Groningen vraagt dd. 18 juni 1808 nr. 68 Litt. D machtiging om een tour door zijn Departement te doen. Hem wordt geantwoord dat last van de Koning voldoende is. | Details |
|
11-08-1808
7 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland meldt dd. Arnhem 10 juni 1808 voornemens te zijn de tour te beginnen. Hij heeft een waarnemer aangewezen. De waarneming wordt goedgekeurd. | Details |
|
19-08-1808
16 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Oost-Friesland zendt dd. Aurich 6 augustus 1808 Litt. X en dd. Aurich 12 augustus 1808 Litt. W een verslag van de tour door zijn Departement. Besloten wordt onder andere de missiven in het archief te deponeren. | Details |
|
02-11-1808
11 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Op zijn verzoek dd. Aurich 22 oktober 1808 Litt. B krijgt de Landdrost van Oost-Friesland kopie van de aanschrijving van 18 januari 1808 nr. 56/23. | Details |
|
18-11-1808
6 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Zeeland doet dd. Middelburg 11 november 1808 nr. 740 verslag van zijn reis door zijn Departement. Dit wordt aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
12-01-1809
13 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel dd. 22 juli 1808 en de Landdrost van Utrecht dd. 14 september 1808 doen verslag van hun reis door hun Departement, met opgave van diverse punten van bezwaar van ingezetenen. | Details |
|
01-04-1809
| Kabinet Lodewijk Napoleon | De Landdrost van Utrecht geeft dd. 1 april 1809 een statistiek overzicht van zijn Departement. | Details |
|
06-04-1809
| Kabinet Lodewijk Napoleon | De Landdrost van Zeeland geeft dd. 6 april 1809 een verslag van de stand van zaken in Zeeland en doet een voorstel voor een rondreis van de Koning. | Details |
|
20-04-1809
| Kabinet Lodewijk Napoleon | De Landdrost van Oost-Friesland geeft dd. 20 april 1809 een overzicht van de staat van zijn Departement. | Details |
|
22-01-1810
11 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten worden bij missive nader aangeschreven inzake de inzending van een verslag van hun jaarlijkse rondreizen. | Details |
|
31-01-1810
5 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland schrijft dd. 26 januari 1810 Littera A dat over zijn rondreis in 1808 niets bijzonders te melden valt. Hij zal in het vervolg een verslag inzenden. | Details |
|
01-02-1810
14 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland meldt dd. 24 januari 1810 dat zijn voorganger na afloop van zijn rondreis geen aantekeningen heeft achtergelaten. Hij belooft in de toekomst een verslag in te zenden. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
05-02-1810
7 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Zeeland dd. Tholen 26 januari 1810 nr. 38/2, van Friesland dd. 31 januari 1810 en van Drenthe dd. 26 januari 1810 antwoorden inzake hun jaarlijkse tournée in 1809. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
05-02-1810
13 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel meldt dd. 27 januari 1810 dat op zijn tournée niets belangrijks is voorgevallen. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
05-02-1810
15 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Groningen zendt dd. 12 september 1809 nr. 56 Littera L en 14 december 1809 nr. 3 Littera V kopie van de verbalen van zijn rondreis in 1809 voor zover het betreft de Kwartieren Groningen, Appingedam en Winschoten. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
11-04-1810
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Oost-Friesland zendt dd. 6 april 1810 Littera B rapport van zijn rondreis door zijn Departement, met overwegingen over de stand van zaken. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
25-04-1810
2 | Koninklijke Secretarie | De Landdrost van Drenthe zendt dd. januari 1810 een rapport met verslag van zijn bevindingen op een reis door zijn Departement en draagt enkele verbeteringen voor. De Minister van Financiën moet rapporteren. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.