Verzoek
Onderwerp | Plaatselijke ambten en bedieningen die geen deel uitmaken van het lokale bestuur |
---|---|
Beginjaar | 1808 |
Toelichting | Achtergrond: Het verzoek om inlichtingen, begonnen naar aanleiding van een concreet geval, is een voorbereiding op nadere regeling van de begeving van stedelijke ambten. Indices: Zie voor nadere gegevens de Groene Indices van de Koninklijke Secretarie onder het hoofd Ambtenaren. |
Beleidsterrein |
Overheidspersoneel
|
Gestelde vragen | [1] Eene generale opgave zonder uitzondering van alle stedelijke ambten, posten en bedieningen, binnen [Amsterdam], bestaande. [1] De lijst der stedelijke ambten, bedieningen en beneficiën te doen vergezeld gaan van een opgave van de tractementen en inkomsten tot dezelve staande, voor zo veel dezelve uit emolumenten bestaan, calculatief eenige jaren dooreen gerekend, alsmede de recognitiën, daar voor door hun aan de stedelijke kassen wordende betaald, in de gevallen waar zulks plaats heeft. [2] zullende echter van zoodanige ambtenaren of gebeneficieerden, welke in eene en dezelfde betrekking staan (zoo als bij voorbeeld commissarissen van de veerschepen of wagenposterijen, regenten van godshuizen, kerkmeesteren, bodens, schippers, bestelders, poortiers en deregelijke) welke ten naasten bij hetzelfde inkomen hebben, dat inkomen niet van ieder afzonderlijk behoeven te worden opgegeven, maar slechts het middelbaar montant van het inkomen van elk soort. [1] De Minister van Binnenlandse Zaken zal Ons eene generale opgave aanbieden van de posten welke door ons binnen de stad Amsterdam behoren te worden vervuld, en wijders in het oog houden dat bij het doen van voordracht tot vervulling [van] dezelve altijd een lijst van verscheidene candidaten voor ieder der posten, welke moeten worden vervuld, aan Ons worde overgelegd. |
Bron | Minister van Binnenlandse Zaken aan de Burgemeester van Amsterdam, dd. 14 maart 1808 no. 4 |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
09-03-1808
25 | Koninklijke Secretarie | Naar aanleiding van een rapport van de Minister van Binnenlandse Zaken dd. 21 febr. 1808 inzake een commissaris van de gestichten te Amsterdam wordt de Minister gelast een algemene opgave aan te bieden van de posten welke door de Koning te Amsterdam behoren te worden vervuld. | Details |
14-03-1808
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen een Koninklijke Decisie van 9 maart 1808 nr. 25 naar aanleiding van een voordracht tot benoeming van een commissaris voor de gesubsidieerde gestichten te Amsterdam (21 februari 1808 nr. 1) waarin wordt gevraagd om een opgave van benoemingen die de Koning binnen Amsterdam behoort te doen. De Burgemeester van Amsterdam krijgt een aanschrijving. | Details |
28-03-1808
8 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Burgemeester van Amsterdam zendt dd. 24 maart 1808 een lijst van de publieke functionarissen, ambtenaren en gebeneficieerden. Een opgave van traktementen ontbreekt. De Burgemeesters van Gemeenten van de Eerste Klasse worden aangeschreven om bij het voldoen aan artikel 19 van het Reglement op het bestuur van de Gemeenten van de Eerste Klasse van 23 oktober 1807 de lijsten van stedelijke ambten mèt opgave van traktementen in te zenden. De Landdrosten worden hiervan geïnformeerd. | Details |
27-05-1808
14 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten, uitgezonderd die van Drenthe en Oost-Friesland, Friesland, Overijssel en Utrecht, worden aangeschreven om de Burgemeesters van de gemeenten van de Eerste Klasse te gelasten de kerkelijke ambtenaren niet te plaatsen op de lijsten van stedelijke ambten, maar afzonderlijke lijsten te maken, zodat deze bij de Minister van Eredienst kunnen worden ingeleverd. | Details |
15-06-1808
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen missiven van a) de Landdrost van Overijssel dd. Zwolle 20 april 1808 met twee missiven van de Burgemeester van Kampen inzake de colleges, de ambten en de inrichting van de stedelijke financiën , b) de Landdrost van Overijssel dd. Zwolle 17 mei 1808 inzake Zwolle, met concept-reglementen voor Zwolle, Kampen en Deventer; c) de Landdrost van Utrecht dd. 11 mei 1808 nr. 5 inzake Amersfoort; d) de Landdrost van Brabant dd. Den Bosch 13 mei 1808 Letter B inzake Den Bosch; e) de Landdrost van Brabant dd. Den Bosch 16 mei 1808 inzake Breda; f) de Landdrost van Groningen dd. 27 mei 1808 nr. 14 inzake de stad Groningen. De Landdrosten van Overijssel, Utrecht, Brabant en Groningen aangeschreven de genoemde regelingen door de burgemeesters aan de nieuwe regelingen te laten toetsen en nadere voordracht te zenden. Het beraad op de overige punten wordt aangehouden. | Details |
04-07-1808
17 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Maasland, Zeeland, Gelderland en Brabant, de laatste voor wat betreft Bergen op Zoom, worden gemaand de project-reglementen voor de begeving van ambten en de lijst van ambten in te zenden. | Details |
20-07-1808
3 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De fungerende Landdrost van Maasland meldt dd. Den Haag 16 juli 1808 waarom nog niet aan de aanschrijving is voldaan. Hij geeft in overweging te wachten op de opvolger van de afgetreden Landdrost. Geantwoord wordt dat het antwoord binnen acht dagen binnen moet zijn. De fungerende Landdrost is verplicht en bevoegd zaken van het ambt uit te voeren. | Details |
05-08-1808
2 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Kopie van de lijst van stedelijke ambtenaren, functionarissen en gebeneficieerden te Amsterdam gaat naar de Koning. | Details |
05-12-1808
17 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Bij Koninklijke Decisie van 9 november 1808 nr. 155 wordt de dispositie op een voordracht en een concept-decreet van de Minister van Binnenlandse Zaken aangehouden totdat de lijsten van stedelijke ambtenaren binnen zijn. De Minister wordt tot de grootst mogelijke spoed gemaand. Voordracht wordt gedaan aan de Koning, met toezending van lijsten van stedelijke ambtenaren, verdeeld in twee klassen. | Details |
17-12-1808
5 | Koninklijke Secretarie | Ingekomen rapport dd. 5 december 1808 van de Minister van Binnenlandse Zaken met lijsten. Aan de Vierde Sectie van de Staatsraad om rapport. | Details |
11-07-1809
3 | Ministerie van Eredienst en Binnenlandse Zaken | De Eerste Secretaris van het Kabinet des Konings vraagt dd. Loo 10 juli 1809 nr. 1 op speciale machtiging van de Koning om de bij Koninklijke Decisie van 1 sept. 1808 nr. 4 aan het Ministerie geretourneerde Lijst der publieke functionarissen, ambtenaren en gebeneficieerden binnen de stad Amsterdam aan hem te doen toekomen, hetzij in origineel, hetzij in kopie. De Secretaris-Generaal zendt het gevraagde bij missive toe. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.