Verzoek
| Onderwerp | Gebouwen onder toezicht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken |
|---|---|
| Beginjaar | 1808 |
| Toelichting | Achtergrond: Op 27 september 1808 nr. 68 werd het beheer van de Rijksgebouwen opgedragen aan de Minister van Financiën. Op 17 oktober 1808 nr. 15 zond de Minister van Binnenlandse Zaken diverse stukken inzake de administratie van de gebouwen naar de Minister van Financiën. Bij Koninklijke Decisie van 18 oktober 1808 werd bepaald dat het beheer tot 31 december 1808 op de oude voet geregeld zou blijven. |
| Beleidsterrein |
Rijksgebouwen
|
| Gestelde vragen | [1] In aanmerking genomen hebbende, dat het, ten dienste van het Ministerie, noodzakelijk is een volledige kennis te dragen van alle de gebouwen, waarvan de superintendentie aan hetzelve is gedemandeerd geworden, mitsgaders van de kosten, welke tot onderhoud derzelve jaarlijks worden vereischt ---. [2] Lijst van alle de gebouwen, in derzelver Departementen zich bevindende, en waarvan de superintendentie aan hetzelve Ministerie is toevertrouwd, met bijvoeging van alle zodanige notiën als zij Landdrosten zullen vermeenen ter meerdere elucidatie daarbij te moeten voegen. [3] Speciaal ook door welke collegiën of personen de gemelde gebouwen worden geoccupeerd, of tot welke andere einden dezelve worden gebezigd. [4] En met opgave tevens van het middelbaar bedrag der kosten, welke gedurende de laatste tien jaren daaraan zijn besteed. [1] Bij dit Ministerie behoroen bekend te zijn, zoo wel de personen, aan welken in de verschillende Departementen is gedemandeerd het toezigt over de reparatiën aan de gebouwen van het Rijk in dezelve Departementen zich bevindende en onder het ressort van dit Ministerie behoorende, als den voet, waarop zodanige personen het gemelde toezicht uitoefenen. [2] Op te geven of en zo ja welke personen daartoe worden geëmployeerd, mitsgaders welke tractementen, daggelden, emolumenten, of defroijementen dezelve daarvoor genieten, met overzending van kopij hunner instructiën. [1] [Naast de aan de Minister van Binnenlandse Zaken te verstrekken gegevens] ten aanzien van elk op de opgave gebragt gebouw in het bijzonder [mee te delen of naar de mening van de Landdrost] het aanhouden van die gebouwen of wel eene verkoping van dezelve voor 's Rijks belangen praeferabel zoude zijn, met opgave in eerstgemeld geval aan wien de administratie en het beheer derzelven op de meest menageuse wijze zoude kunnen en behoren te worden geremandeerd. |
| Bron | Minister van Binnenlandse Zaken aan Landdrosten, dd. 29 juli 1808 no. 9 |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
29-07-1808
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten worden aangeschreven om lijsten van alle gebouwen in hun Departement die vallen onder de superintendentie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, met opgave van colleges of personen die daarin verblijven, het doel van het gebruik en het gemiddelde bedrag dat de laatste tien jaren aan deze gebouwen is besteed. | Details |
|
19-08-1808
18 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten worden aangeschreven opgave te doen van personen die toezicht houden op herstelwerkzaamheden aan de gebouwen van het Rijk in hun Departement, hun traktementen en hun instructies. | Details |
|
27-09-1808
68 | Koninklijke Secretarie | Naar aanleiding van een rapport dd. 15 september 1808 wordt besloten alle landsgebouwen die onder diens beheer hebben gestaan, op te dragen aan het beheer van de Minister van Justitie. | Details |
|
03-10-1808
20 | Ministerie van Financiën | Naar aanleiding van een Koninklijke Decisie dd. 27 september 1808 nr. 68 waarbij het beheer van alle landsgebouwen wordt overgeheveld van het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar dat van Financiën wordt onder andere de Minister van Binnenlandse Zaken uitgenodigd de Landdrosten te vragen om opgave van de bedoelde gebouwen volgens bijgaand model en daarvan een staat aan de Minister van Financiën te laten toekomen. | Details |
|
10-10-1808
3 | Ministerie van Financiën | De Minister van Binnenlandse Zaken meldt dd. 8 oktober 1808 (nr. 4723) onder andere de Landdrosten om opgave te hebben gevraagd en een staat in te zullen zenden. | Details |
|
13-10-1808
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen missiven van de Landdrosten van Maasland dd. 24 augustus nr. 693 en 694, van Utrecht dd. 20 juli 1808 nr. 3 en 20 augustus 1808 nr. 16, van Zeeland dd. 29 augustus 1808 nr. 596, van Brabant dd. 26 en 31 augustus 1808, van Gelderland dd. 30 augustus 1808, van Overijssel dd. 22 en 29 augustus 1808, van Friesland dd. 13 augustus en 6 september 1808, van Groningen dd. 7 en 12 september 1808, van Drenthe dd. 6 en 23 augustus 1808, ter voldoening aan de aanschrijvingen van 29 juli 1808 nr. 9 en 19 augustus 1808 nr. 18. De Landdrosten van Zeeland en Gelderland hebben alleen aan de laatste aanschrijving voldaan. Alle missiven met bijlagen gaan naar de Minister van Financiën in verband met de missive van 8 oktober 1808 nr. 4 [van Lodewijk Napoleon, waarbij het beheer aan deze Minister werd opgedragen]. | Details |
|
15-10-1808
4 | Koninklijke Secretarie | De Minister van Binnenlandse Zaken zendt de opgave dd. Middelburg 10 oktober 1808 nr. 668 van de Landdrost van Zeeland. Missive en bijlagen gaan naar de Minister van Financiën. | Details |
|
17-10-1808
12 | Ministerie van Financiën | De Minister van Binnenlandse Zaken zendt [dd. 13 oktober 1808 nr. 4] (nr. 4824) zestien opgaven van verscheidene Landdrosten. Deze gaan naar Chef Badon Ghijben en de Secretaris-Generaal om rapport. | Details |
|
19-10-1808
2 | Ministerie van Financiën | De Minister van Binnenlandse Zaken zendt dd. 15 oktober 1808 (nr. 4887) de opgave van landsgebouwen door de Landdrost in Zeeland. Chef Badon Ghijben en de Secretaris-Generaal moeten rapport uitbrengen. | Details |
|
03-11-1808
12 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland zendt dd. Arnhem 22 oktober 1808 opgave. Hem wordt gevraagd om nadere opgave inzake justitiële, kerkelijke en andere landsgebouwen. | Details |
|
13-02-1809
10 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland zendt dd. 31 januari 1809 kopie van de aan de Minister van Financiën gedane opgave. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
|
14-02-1809
9 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland zendt dd. 8 februari 1809 nr. 21 opgave inzake de gebouwen. De stukken gaan bij missive naar de Minister van Financiën. | Details |
|
17-02-1809
Niet opgegeven | Ministerie van Financiën | De missive dd. 14 februari 1809 van de Minister van Binnenlandse Zaken (nr. 1057) ten geleide van de opgave van de Landdrost van Amstelland, gaat naar Chef Badon Ghijben om rapport. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.