Verzoek
Onderwerp | Buiten eigen schuld ontslagen ambtenaren |
---|---|
Beginjaar | 1809 |
Toelichting | Achtergrond: Bij Koninklijk Besluit van 20 september 1809 nr. 23 werd onder andere besloten tegemoet te komen aan personen die buiten hun schuld hun post hadden verloren vanwege veranderingen in het politieke, civiele, financiƫle of militaire bestuur. Alle belanghebbenden jonger dan zestig jaar konden zich melden bij hun plaatselijk bestuur. |
Beleidsterrein |
Overheidspersoneel
|
Gestelde vragen | [1] [Het betreft ] a) alle ambtenaren bij geleegenheid van veranderingen in politiek, civiel of financieel bestuur uitgevallen en noch niet weder geplaatst, alsmeede de militaire officieren zich in het zelfde geval bevindende; b) alle gepensioneerde civiele of militairen, ook van de laatstgemelden aan wien het traktement van reforme is verleend, welke zich in staat bevinden om de diensten waartoe zij geroepen worden te presteeren. [5] Ten einde met kennis van zaaken en omstandigheeden in dezen te werk te kunnen gaan, zullen alle persoonen in art. 1 bedoeld en welke niet reeds den ouderdom van 60 jaren hebben bereikt, worden opgeroepen om bij het plaatselijk bestuur waaronder zij hunne woonplaats gevestigd hebben, voor het einde van louwmaand 1810 zich aan te melden in persoon of bij geschrifte met bijgevoegde authentieke bewijzen van hunnen ouderdom, gehuwd of ongehuwden staat, en physieke gesteldheid, van hunne voormalige staads- of ambtsbezigheeden, van den tijd van dienst of geduurende welke zij eenig ambt hebben bekleed, van hun ontslag, dimissie of ontzetting, van de revenuen, traktementen en voordeelen aan dien post of qualiteit verknogt geweest, van het pensioen, gratificatie of andere toelagen hun geaccordeerd en tot wanneer zulks door hun genoten is; van hunne tegenswoordige bezigheeden of beroep of andere middelen van bestaan welke zij zederd hunne vorige ambts- of standbetrekking hebben bij der hand gevat; zullende het aan alle de daarbij geconcerneerden vrijstaan om de opgave aangaande hunne physieke gesteldheid en middelen van bestaan te mogen doen bij een gecachetteerd billet, omtrend den inhoud van het welk de uiterste discretie van geheimhouding aan alle gestelde autoriteiten wordt aanbevolen. [6] [De Gemeentebesturen of hun commissarissen vellen een oordeel over de geschiktheid en zullen het recueil van opgaven zo mogelijk vergezeld laten gaan van renseignementen betreffende de geestvermogens, het zedelijk gedrag van de betrokkenen en hun financiƫle middelen.] [7] [De Gemeentebesturen zenden de opgaven in alfabetische volgorde aan de Kwartierdrosten en deze aan de Landdrosten en deze aan de Minister van Eredienst en Binnenlandse Zaken] |
Bron | Koninklijk Besluit dd. 20 september 1809 no. 23 |
Besluiten
Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
---|---|---|---|
20-09-1809
23 | Koninklijke Secretarie | Besloten wordt bij de begeving van ambten en bedieningen de voorkeur te geven aan ambtenaren die door reorganisatie buiten hun schuld hun post hebben verloren. De uitvoering wordt opgedragen aan de Minister van Eredienst en Binnenlandse Zaken. | Details |
25-09-1809
1 | Ministerie van Eredienst en Binnenlandse Zaken | Ingekomen een Koninklijk Besluit dd. 20 september 1809 nr. 23 met bepalingen inzake voordrachten tot of begeving van posten of bedieningen. Kopie van de relatieven wordt onder andere toegezonden aan de Landdrosten. | Details |
30-04-1810
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Overijssel dd. 29 maart 1810 en van Friesland dd. 24 maart en 5 april 1810 doen opgave van bij hen ingekomen adressen en opgaven van uitgevallen en niet opnieuw geplaatste ambtenaren die zich hebben aangemeld. De missiven met bijlagen en de daaruit vervaardigde tabellen worden gedeponeerd in het archief in afwachting van de opgaven van de overige Landdrosten. | Details |
20-06-1810
30 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Maasland, Utrecht, Gelderland, Groningen, Drenthe en Oost-Friesland worden bij missive gemaand te voldoen aan de aanschrijving van 25 september 1809. | Details |
18-07-1810
11 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Amstelland dd.16 april 1810 nr. 9, van Maasland dd. 2 juli 1810 nr. 604, van Gelderland dd. 9 juli 1810 nr. 8 en van Drenthe dd. 23 juni 1810 doen opgave. In afwachting van de ontbrekende antwoorden gedeponeerd in het archief. | Details |
01-08-1810
8 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland zendt dd. 26 juli 1810 nr. 3 een missive van de Richter van Westervoort met nadere renseignementen. Voorlopig gedeponeerd in het archief. | Details |
07-08-1810
8 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Oost-Friesland zendt dd. 18 juli 1810 een opgave met tabel. Voorlopig gedeponeerd in het archief. | Details |
20-08-1810
4 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Utrecht zendt dd. 8 augustus 1810 opgave. Voorlopig gedeponeerd in het archief. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.