Verzoeken om inlichtingen, met de daarover genomen besluiten

Verzoek

Onderwerp Destillateurs die hun bedrijf willen voortzetten zonder fijn- of grofstoker te zijn
Beginjaar 1808
Toelichting Achtergrond: Het ging om personen die vergunning hadden gevraagd op grond van een reglement van 14 juli 1808. Gegevens over de aanvragen in de index Ministerie van Financiën hoofd Belastingen, algemeen, binnenlandse brandewijnen.
Beleidsterrein Nijverheid
Gestelde vragen
Bron

Besluiten

Datum Instelling die het besluit neemt Inhoud van het besluit Bijlagen met dagnummer
17-10-1808
33
Ministerie van Financiën De Landdrosten worden aangeschreven om opgave te doen van namen en woonplaatsen van distillateurs die geen distilleerderij in fijne likeuren hebben noch ruwstokers zijn, maar wel verzocht hebben om voortzetting van hun bedrijf op grond van het reglement van 14 juli 1807. Details
22-10-1808
15
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 20 okt. 1808 van de Landdrost van Maasland (nr. 4975) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
24-10-1808
9
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 21 oktober 1808 van de Landdrost van Drenthe (nr. 4998) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
29-10-1808
13
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 24 oktober 1808 van Landdrost in Zeeland (nr. 5168) dat aldaar geen distilleerderijen zijn, gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
29-10-1808
20
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 27 oktober 1808 van de Landdrost van Groningen (nr. 5175) dat zich geen distillateurs tot hem hebben gewend, gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
04-11-1808
13
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 28 oktober 1808 van de Landdrost in Friesland (nr. 5255) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
07-11-1808
9
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 3 november 1808 van de Landdrost van Amstelland (nr. 5282) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
07-11-1808
14
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 3 november 1808 van de Landdrost van Utrecht (nr. 5286) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
07-11-1808
46
Ministerie van Financiën Gezien het rapport op zijn missive dient de Landdrost in Drenthe nadere opgave te doen. Details
14-11-1808
42
Ministerie van Financiën De Landdrost in Utrecht dient nadere opgave te doen van branders en distillateurs die alleen moutwijn overstoken. Details
15-11-1808
14
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 8 november 1808 van de Landdrost in Overijssel (nr. 5814) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
22-11-1808
10
Ministerie van Financiën Het antwoord dd. 18 november 1808 van de Landdrost van Gelderland (nr. 5936) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
05-12-1808
31
Ministerie van Financiën Het nadere antwoord dd. 29 november 1808 van de Landdrost in Drenthe (nr. 6234) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
12-12-1808
27
Ministerie van Financiën Het nadere antwoord dd. 2 december 1808 van de Landdrost in Utrecht (nr. 6364) gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
09-01-1809
36
Ministerie van Financiën De Landdrost van Brabant antwoordt dd. 3 januari 1809 (nr. 199) dat in zijn Departement zodanige distilleerderijen niet zijn. Zijn missive gaat om rapport naar Inspecteur-Generaal Van Cattenburg en Chef Rochussen. Details
13-08-1810
22
Ministerie van Financiën Gezien het rapport op alle missiven worden deze in advies gehouden tot de invoering van het Franse stelsel inzake branderijen. Details

De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.