Verzoek
| Onderwerp | Uitvoer van zout naar Oost-Friesland |
|---|---|
| Beginjaar | 1808 |
| Toelichting | Achtergrond: Bij Koninklijk Decreet van 10 april 1808 nr. 12 werd voor Oost-Friesland onder andere een belasting op zout ingesteld. Ter voorbereiding van de uitvoering werd om inlichtingen verzocht. Indices: De vervolgopgaven zijn niet opgenomen. De gegevens zijn te vinden in de index van het Ministerie van Financiën onder het hoofd Oost-Friesland. Uiteindelijk gingen de stukken op enkele data begin 1809 naar de Inspecteur-Generaal om rapport. |
| Beleidsterrein |
Handel
|
| Gestelde vragen | |
| Bron |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
26-04-1808
10b | Ministerie van Financiën | Naar aanleiding van een rapport van de Inspecteur-Generaal inzake het 7e artikel van het Decreet van 10 april 1808 worden de Landdrosten aangeschreven om zich door de Ontvangers van het Middel op het Zout opgave te laten doen van voor impost en zegel betaalde bedragen voor zout dat ter consumptie naar Oost-Friesland is gezonden sedert de invoering van dat middel, in afzonderlijke opgaven voor 1807 en de eerste vier maanden van 1808. Hiermee moet maandelijks worden voortgegaan. | Details |
|
17-05-1808
17 | Ministerie van Financiën | De opgaven dd. 11 en 14 mei 1808 van de Landdrosten van Utrecht (nr. 2371) en Groningen (nr. 2372) gaan naar de Inspecteur-Generaal om rapport. | Details |
|
10-06-1808
31 | Ministerie van Financiën | De opgave dd. 9 juni 1808 van de Landdrost van Groningen (nr. 2835) gaat om rapport naar de Inspecteur-Generaal. De Landdrosten van Amstelland, Maasland, Zeeland, Friesland, Overijssel, Brabant en Oost-Friesland worden aangeschreven om aan de order van 26 april 1808 nr. 10b te voldoen. | Details |
|
17-06-1808
14 | Ministerie van Financiën | De opgave dd. 14 juni 1808 van de Landdrost van Amstelland (nr. 2937) gaat naar de Inspecteur-Generaal om rapport. | Details |
|
20-06-1808
15 | Ministerie van Financiën | De opgave dd. 18 juni 1808 van de Landdrost van Maasland (nr. 2970) gaat naar de Inspecteur-Generaal. | Details |
|
21-06-1808
16 | Ministerie van Financiën | De opgave dd. 13 juni 1808 (2991) van de Landdrost Friesland gaat naar de Inspecteur-Generaal om rapport. | Details |
|
22-06-1808
10 | Ministerie van Financiën | De Landdrost van Zeeland meldt dd. 17 juni 1808 (nr. 3015) dat uit zijn Departement geen zout naar Oost-Friesland wordt uitgevoerd en stelt voor alleen maandelijkse opgave te zenden als deze uitvoer werkelijk plaatsvindt. Het antwoord gaat naar de Inspecteur-Generaal. | Details |
|
24-06-1808
28 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 18 juni 1808 van de Landdrost in Overijssel (nr. 3048) dat in 1807 en de eerste vier maanden van 1808 geen zout naar Oost-Friesland is uitgevoerd, gaat naar de Inspecteur-Generaal. | Details |
|
24-06-1808
24 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 17 juni 1808 van de Landdrost in Brabant (nr. 3049) dat in 1807 en in de eerste vier maanden van 1808 geen zout naar Oost-Friesland is uitgevoerd, gaat naar de Inspecteur-Generaal om rapport. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.