Verzoek
| Onderwerp | Ziekte onder paarden |
|---|---|
| Beginjaar | 1805 |
| Toelichting | Achtergrond: Het Departementaal Bestuur van Friesland had bij geruchte vernomen over een paardenziekte die Brusmans beschrijft als catharraal, in principe goedaardig en niet besmettelijk, zodat deze ook geen algemene maatregelen vereiste. |
| Beleidsterrein |
Landbouw
|
| Gestelde vragen | [1] of in uw Departement dadelijk eene besmetlijke ziekte onder de paarden plaats heeft. [2] zoo ja, welke de aard dezer ziekte zij. [3] of dezelve vrij algemeen heerscht. [4] [of het raadzaam is enige algemene maatregelen te nemen]. |
| Bron | Secretaris van Staat vaoor de Binnenlandse Zaken aan de Departementale Besturen, dd. 4 mei 1805 no. 7/2 |
Besluiten
| Datum | Instelling die het besluit neemt | Inhoud van het besluit | Bijlagen met dagnummer |
|---|---|---|---|
|
02-05-1805
3 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Het Departementaal Bestuur van Friesland informeert dd. 29 april 1805 of de geruchten over een besmettelijke ziekte onder paarden in Holland op waarheid berusten, met verzoek in dat geval nationale voorzieningen te treffen. Commissoriaal aan Bake en Kops. | Details |
|
04-05-1805
7 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Op rapport van Bake en Kops gaat een missive (nr. 2) uit aan alle Departementale Besturen behalve Friesland, met verzoek om informatie en om bericht over al of niet noodzakelijke maatregelen. Het Departementaal Bestuur van Friesland krijgt hiervan kopie (nr. 3) met verzoek mee te delen aan welke maatregelen men denkt. | Details |
|
10-05-1805
1 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Het Departementaal Bestuur van Friesland meldt dd. 7 mei 1805 reeds een ordinantie te hebben uitgevaardigd en beveelt maatregelen aan. Commissoriaal aan Bake en Kops. | Details |
|
13-05-1805
3 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Een voorlopig antwoord dd. 8 mei 1805 van het Departementaal Bestuur van Gelderland en een antwoord dd. 9 mei 1805 van het Departementaal Bestuur van Groningen worden aangenomen voor kennisgeving in afwachting van de definitieve Gelderse reactie. | Details |
|
20-05-1805
2 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Bake en Kops ontvangen ten gebruike en voor overleg met de hoogleraar Brugmans de antwoorden dd. 16 mei 1805 nr. 19b van het Departementaal Bestuur van Brabant, dd. 15 mei 1805 van het Departementaal Bestuur van Utrecht, dd. 15 mei 1805 van het Departementaal Bestuur van Gelderland en dd. 15 mei 1805 van het Departementaal Bestuur van Overijssel. Hierna dienen de stukken naar het archief te gaan. | Details |
|
04-06-1805
4 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Het Departementaal Bestuur van Holland deelt dd. 1 juni 1805 mee dat het Gedeputeerd Bestuur van Holland de vereiste informatie zal opzenden. Brugmans geeft dd. 31 mei 1805 het hem verzochte advies. Aangenomen voor kennisgeving en in handen van Bake en Kops ter informatie, om de missiven vervolgdens te deponeren in het archief. | Details |
|
05-06-1805
2 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Het antwoord dd. 31 mei 1805 nr. 81 van het Departementaal Bestuur van Zeeland gaat voor advies naar Bake en Kops. | Details |
|
07-06-1805
5 | Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken | Het Gedeputeerd Bestuur van Holland doet dd. 4 juni 1805 littera A geruststellende mededelingen over de ziekte onder de paarden en verwijst naar het rapport van Brugmans. Het Departementaal Bestuur van Friesland wordt op de hoogte gesteld. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.