Besluit
| Datum |
02-07-1810 |
| Dagnummer |
4 |
| Instelling |
Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2
|
| Vindplaats |
Nationaal Archief 2.07.01.01/78 |
| Hoofd |
|
| Bladzijde |
[ongepagineerd] |
| Omschrijving |
De Landdrost van Groningen vraagt naar aanleiding van een door de Kwartierdrost van Winschoten doorgegeven reactie van Veendam en Wildervank welke betekenis aan het woord 'praestanda' moet worden gehecht. De Minister antwoordt niet tot zulk een algemene interpretatie in staat te zijn. Verzocht wordt alle betalingen in natura die billijke klachten kunnen geven aan te melden. Daarna kan de Minister door vergelijking interpreteren of zich tot de Koning wenden. |
| Opmerkingen |
In de marge staat: Kan vervallen worden geacht door besluit van de Prins-Stedehouder van 1 november 1810 nr. 1.. |
| |
Naar het bijbehorende verzoek om inlichtingen.
|
Bijlagen
De handleiding
bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.
