Gevonden besluiten
Er zijn 391 besluiten gevonden die overeen komen met de opgegeven zoekcriteria:- Jaar: 1809
Vorige 20 documenten | Volgende 20 documenten | ga naar resultaat: | |||||||
Datum | Instelling | Omschrijving | Details | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
81. | 14-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Naar aanleiding van een Koninklijke Decisie dd. 7 maart 1809 nr. 16 inzake hulp door geneesheren, heelmeesters, apothekers en vroedvrouwen op het platteland worden de Landdrosten aangeschreven. | Details | |||
82. | 14-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Gezien het Koninklijk Decreet van 11 maart 1809 nr. 4 ter afschaffing van belastingen ten behoeve van onderhoud van kerkelijke gebouwen die mede op andere gezindten drukken, met verzoek aan de Minister om rapport over de opvang van eventuele nadelige gevolgen, worden de Landdrosten onder andere aangeschreven om opgave te doen van de plaatsen waar dergelijke belastingen worden geheven. | Details | |||
83. | 15-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen een Koninklijke Decisie dd. 11 maart 1809 nr. 7 met last vóór 1 mei 1809 een lijst aan te bieden van alle gemeenten van het Rijk, hun bevolking en het aantal personen dat tot elk godsdienstig genootschap behoort. De Minister dient de echtheid van de lijst te certificeren. De Landdrosten worden aangeschreven de voorgeschreven lijst in te zenden na het doen van een nieuwe nauwkeurige volkstelling. | Details | |||
84. | 15-03-1809 | Ministerie van Oorlog | De Minister van Binnenlandse Zaken heeft de door de Landdrost van Utrecht ingezonden lijsten overgelegd, alsmede een lijst van kinderen wier ouders hen op de kweekschool geplaatst willen zien. Besloten wordt onder andere de stukken in advies te houden. | Details | |||
85. | 18-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Onder andere worden de Landdrosten aangeschreven om nauwkeurige opgaven op tabellen in te zenden van gelden, waardepapieren en goederen. | Details | |||
86. | 20-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Maasland zet dd. 16 maart 1809 nr. 462 uiteen waarom de volkstelling in zijn Departement niet binnen de termijn kan plaatsvinden. Hij vraagt diligentverklaring. Aangenomen voor kennisgeving. | Details | |||
87. | 20-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 10 maart 1809 van de Landdrost van Utrecht (nr. 1871) wordt in advies gehouden. | Details | |||
88. | 21-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland meldt dd. 17 maart 1809 dat de termijn niet kan worden gehaald en biedt aan voorlopig een opgave van het vorige jaar te zenden. Hem wordt in substantie geantwoord dat aan de aanschrijving moet worden voldaan. | Details | |||
89. | 21-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 16 maart 1809 van de Landdrost van Groningen (nr. 1912) wordt in advies gehouden. | Details | |||
90. | 22-03-1809 | Ministerie van Financiën | Gezien een missive van de Directeur-Generaal van de Publieke Schuld (nr. 1943) inzake een voordracht aan de Koning ten geleide van concept-formulieren voor de invoering van het Grootboek, wordt een missive aan de Koning gezonden. | Details | |||
91. | 23-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Drenthe meldt dd. 17 maart 1809 dat in zijn Departementen geen kerken leegstaan of buiten godsdienst gebruik zijn. Dit wordt in advies gehouden tot de overige opgaven zijn binnengekomen. | Details | |||
92. | 24-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel meldt dd. 18 maart 1809 de termijn onmogelijk te kunnen halen, maar zal zo spoedig mogelijk voldoen. Voor kennisgeving aangenomen. | Details | |||
93. | 25-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen opgaven van de Landdrosten van Amstelland dd. 3 november 1808 nr. 1, van Maasland dd. 2 november 1808 nr. 34, van Brabant dd. 4 november 1808 Littera A, van Utrecht dd. 30 november 1808, van Gelderland dd. 5 november 1808, van Overijssel dd. 9 november 1808, van Groningen dd. 9 november 1808 nr. 62 en van Drenthe dd. 11 november 1808. Aan de Koning voordracht gedaan inzake het bestuur over de Departementen. | Details | |||
94. | 26-03-1809 | Koninklijke Secretarie | Besluit A houdende wet tegen het namaken der merken en B besluit houdende reglement voor de garentwijnderijen in het Koninkrijk Holland. | Details | |||
95. | 27-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Maasland en Brabant worden gemaand hun opgaven in te zenden. | Details | |||
96. | 27-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland zendt dd. 22 maart 1809 Littera A kopie van een missive van Burgemeesters van Amsterdam waarin deze melden de termijn niet te halen. Aangenomen voor kennisgeving. | Details | |||
97. | 27-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Het antwoord dd. 24 maart 1809 van de Landdrost van Groningen wordt in advies gehouden totdat de overige antwoorden zijn binnengekomen. | Details | |||
98. | 30-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen twee Koninklijke Decreten van 26 maart 1809 nr. 3, het eerste met een wet tegen het namaken van merken en tekens van de garentwijnderij, het tweede met een reglement op de garentwijnderijen. De Landdrosten krijgen een exemplaar toegezonden. | Details | |||
99. | 30-03-1809 | Koninklijke Secretarie | De Minister van Financiën rapporteert dd. 22 maart 1809 met een voordracht van de Directeur-Generaal met enige concept-formulieren benodigd voor de invoering van het grootboek. De formulieren van declaratoiren en procuratie worden goedgekeurd. | Details | |||
100. | 31-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Zeeland meldt dd. 20 maart 1809 nr. 137 waarom hij de termijn niet haalt. Aangenomen voor kennisgeving. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.