Gevonden besluiten
Er zijn 227 besluiten gevonden die overeen komen met de opgegeven zoekcriteria:- Jaar: 1810
Vorige 20 documenten | Volgende 20 documenten | ga naar resultaat: | |||||||
Datum | Instelling | Omschrijving | Details | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
41. | 13-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Amstelland dd. 5 februari 1810 nr. 8, van Maasland dd. 2 februari 1810 nr. 103, van Zeeland dd. 29 december 1809, van Overijssel dd. 15 januari 1810, van Friesland dd. 23 januari 1810 en van Drenthe dd. 13 januari 1810 antwoorden op de aanschrijving dd. 25 november 1809 inzake de jongens-vondelingen. Kopie van de stukken wordt bij missive opgezonden aan het Algemeen Bestuur van de Instellingen van Weldadigheid. | Details | |||
42. | 19-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Onder andere ingekomen een missive van de Landdrost van Oost-Friesland dd. 6 oktober 1809 Littera A met opgave. | Details | |||
43. | 19-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland zendt dd. 13 februari 1810 opgave van jongens-vondelingen in zijn Departement. Kopie gaat naar het Algemeen Bestuur van de Instekkingen van Weldadigheid. | Details | |||
44. | 22-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Brabant doet dd. 3 februari Littera S opgave inzake het onderhoud van torens. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details | |||
45. | 22-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Oost-Friesland doet dd. 8 februari 1810 Littera K opgave inzake het onderhoud van kerktorens. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details | |||
46. | 26-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Van een tabel wordt een aantal exemplaren gedrukt en toegezonden aan de Landdrosten van Groningen en Oost-Friesland, de Landdrosten van Brabant en Zeeland en de overige Landdrosten. | Details | |||
47. | 28-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Gelderland doet dd. 24 februari 1810 opgave. Gehouden in advies. | Details | |||
48. | 28-02-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Utrecht doet dd. 21 februari 1810 opgave inzake het onderhoud van de kerktorens, in het bijzonder in Utrecht en Amersfoort. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details | |||
49. | 08-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrosten van Maasland en van Oost-Friesland worden bij missive gemaand alle reglementen op te zenden. | Details | |||
50. | 08-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Drenthe doet dd. 24 februari 1810 inzake het onderhoud van kerktorens. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn. | Details | |||
51. | 10-03-1810 | Ministerie van Justitie | De Eerste Divisie [Justitie] rapporteert op een missive dd. 8 maart 1810 van Hoofdofficier en Schepenen van Amsterdam met gegevens inzake strafvermindering voor gevangenen. Afschrift van de stukken gaat naar het Hoog Nationaal Gerechtshof. | Details | |||
52. | 16-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen zes missiven van de Landdrosten van Amstelland dd. 24 januari 1810 Littera B en dd. 12 maart 1810 nr. 13, van Maasland dd. 26 januari 1810 nr. 80, van Brabant dd. 30 januari 1810 Littera D, van Overijssel dd. 6 februari 1810 en van Groningen, dd. 16 februari 1810 nr. 96 Littera P. Alle relatieven behalve de missive van de Landdrost van Amstelland worden opgezonden aan de Secretaris van de Eerste Klasse van het Koninklijk Instituut. De Landdrost van Maasland wordt aangeschreven om de in gebreke gebleven baljuwen aan te manen. | Details | |||
53. | 16-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Commissies van Landbouw in Drenthe, Overijssel, Amstelland, Zeeland en Brabant worden bij dispositie aangeschreven de staat van de landbouw over 1809 ten spoedigste in te zenden. | Details | |||
54. | 16-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Overijssel antwoordt dd. 2 maart 1810 dat de regelingen niet van toepassing kunnen zijn op zijn Departement waar slechts weinig hop wordt verbouwd. Hem wordt nadere opheldering verzocht. | Details | |||
55. | 21-03-1810 | Ministerie van Justitie | De Eerste Divisie rapporteert op een missive dd. 15 maart 1810 van het Hoog Nationaal Gerechtshof ten geleide van haar rapport aan de Koning inzake de gevangenen in tucht- en werkhuizen, met de bijbehorende tabellen met gedetailleerde opgave van de namen, de leeftijden, de aard van de misdaden, de straffen en voorstellen tot strafvermindering die bij wijze van gratie zou kunnen worden verleend. Besloten wordt twee conceptbesluiten inzake gratieverlening in Zeeland en Brabant met de tabellen aan de Koning te zenden. Het rapport van het Nationaal Gerechtshof met de overgebleven tabellen wordt voor nader rapport ter hand gesteld aan de Chef van de Eerste Divisie [Justitie]. | Details | |||
56. | 22-03-1810 | Koninklijke Secretarie | Op rapport van de Minister van Justitie en Politie wordt remissie verleend aan een aantal geconfineerden in Zeeland. | Details | |||
57. | 23-03-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen een missive dd. 10 maart 1810 nr. 15 van de Landdrost van Amstelland ten geleide van berichten over de staat der vaccine aldaar. Hij ontvangt antwoord. | Details | |||
58. | 3-03-1810 | Depot Generaal van Oorlog | De Landdrost van Groningen zendt dd. 3 maart 1810 nr. 124 Littera P aan de waarnemend Directeur van het Depot Generaal van Oorlog opgaven in verband met de vervaardiging van een grote nieuwe kaart van het Koninkrijk Holland. | Details | |||
59. | 30-03-1810 | Koninklijke Secretarie | Op rapport van de Minister van Justitie en Politie wordt remissie verleend aan een aantal gevangenen in Oost-Friesland, Groningen, Overijssel, Drenthe, Friesland, Utrecht, Gelderland en Holland, gevangen militairen en gevangenen van de Raad van Judicature over de Middelen te Water en te Lande. | Details | |||
60. | 04-04-1810 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Friesland meldt dd. 31 maart 1810 onder andere dat daar geen hop wordt verbouwd en dat er geen handel in plaats vindt. | Details |
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.