Gevonden besluiten
Er zijn 31 besluiten gevonden die overeen komen met de opgegeven zoekcriteria:- Maand: 03
- Jaar: 1809
| Volgende 11 documenten | | |||||||
| Datum | Instelling | Omschrijving | Details | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. | 02-03-1809 | Koninklijke Secretarie | De militaire bevelhebbers van de drie grote kustarrondissementen worden gelast de Koning belangrijke Engelse kranten en berichten uit het gebied van de vijand onmiddellijk per buitengewone koerier op te zenden. | Details | |||
| 2. | 03-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 23 februari 1809 van de Landdrost van Amstelland (nr. 1429) gaat naar Chef Badon Ghijben om rapport. | Details | |||
| 3. | 04-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Amstelland zendt dd. Haarlem 1 maart 1809 nr. 12 nadere opgaven. Kopie van de bijlagen gaat bij missive naar de Minister van Oorlog. | Details | |||
| 4. | 06-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Landdrost van Oost-Friesland zendt dd. 25 februari 1809 een opgave van de staat van de erediensten in Reiderland. Hiervan komt aantekening op de nominatieve staat van de geestelijkheid en op de staat van de erediensten. | Details | |||
| 5. | 07-03-1809 | Koninklijke Secretarie | De Minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd onderzoek te doen met het oog op de voorziening van het platteland van de noodzakelijke geneesheren, heelmeesters, apothekers en vroedvrouwen. | Details | |||
| 6. | 07-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Naar aanleiding van een missive dd. 1 februari 1809 nr. 5 van de Minister van Eredienst, worden de Landdrosten van Groningen en Maasland aangeschreven over door hen genoemde gevallen van onderscheid dat wordt gemaakt ten aanzien van Joden. | Details | |||
| 7. | 10-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Utrecht zendt dd. 8 maart 1809 opgave. Kopie van de bijlagen gaat bij missive naar de Minister van Oorlog. | Details | |||
| 8. | 10-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 6 maart 1809 (nr. 1674) van de Landdrost van Amstelland wordt in advies gehouden. | Details | |||
| 9. | 11-03-1809 | Koninklijke Secretarie | De Minister van Binnenlandse Zaken wordt gelast een tabel in te zenden van alle gemeenten in het Rijk, hun bevolking en het aantal personen van iedere godsdienstige gezindheid. | Details | |||
| 10. | 11-03-1809 | Ministerie van Justitie | De Eerste Divisie rapporteert op een missive dd. 20 februari 1809 van de Landdrost in Oost-Friesland. Hiervan wordt kennis genomen. | Details | |||
| 11. | 11-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 | De Koning heeft de Minister dd. 7 maart 1809 nr. 15 gemachtigd leegstaande kerkgebouwen over te doen aan de Rooms-Katholieke. De Landdrosten worden aangeschreven om opgave van deze gebouwen. | Details | |||
| 12. | 14-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Naar aanleiding van een Koninklijke Decisie dd. 7 maart 1809 nr. 16 inzake hulp door geneesheren, heelmeesters, apothekers en vroedvrouwen op het platteland worden de Landdrosten aangeschreven. | Details | |||
| 13. | 14-03-1809 | Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 2 | Gezien het Koninklijk Decreet van 11 maart 1809 nr. 4 ter afschaffing van belastingen ten behoeve van onderhoud van kerkelijke gebouwen die mede op andere gezindten drukken, met verzoek aan de Minister om rapport over de opvang van eventuele nadelige gevolgen, worden de Landdrosten onder andere aangeschreven om opgave te doen van de plaatsen waar dergelijke belastingen worden geheven. | Details | |||
| 14. | 15-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Ingekomen een Koninklijke Decisie dd. 11 maart 1809 nr. 7 met last vóór 1 mei 1809 een lijst aan te bieden van alle gemeenten van het Rijk, hun bevolking en het aantal personen dat tot elk godsdienstig genootschap behoort. De Minister dient de echtheid van de lijst te certificeren. De Landdrosten worden aangeschreven de voorgeschreven lijst in te zenden na het doen van een nieuwe nauwkeurige volkstelling. | Details | |||
| 15. | 15-03-1809 | Ministerie van Oorlog | De Minister van Binnenlandse Zaken heeft de door de Landdrost van Utrecht ingezonden lijsten overgelegd, alsmede een lijst van kinderen wier ouders hen op de kweekschool geplaatst willen zien. Besloten wordt onder andere de stukken in advies te houden. | Details | |||
| 16. | 18-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Onder andere worden de Landdrosten aangeschreven om nauwkeurige opgaven op tabellen in te zenden van gelden, waardepapieren en goederen. | Details | |||
| 17. | 20-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Maasland zet dd. 16 maart 1809 nr. 462 uiteen waarom de volkstelling in zijn Departement niet binnen de termijn kan plaatsvinden. Hij vraagt diligentverklaring. Aangenomen voor kennisgeving. | Details | |||
| 18. | 20-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 10 maart 1809 van de Landdrost van Utrecht (nr. 1871) wordt in advies gehouden. | Details | |||
| 19. | 21-03-1809 | Ministerie van Binnenlandse Zaken | De Landdrost van Gelderland meldt dd. 17 maart 1809 dat de termijn niet kan worden gehaald en biedt aan voorlopig een opgave van het vorige jaar te zenden. Hem wordt in substantie geantwoord dat aan de aanschrijving moet worden voldaan. | Details | |||
| 20. | 21-03-1809 | Ministerie van Financiën | Het antwoord dd. 16 maart 1809 van de Landdrost van Groningen (nr. 1912) wordt in advies gehouden. | Details | |||
De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.