2
De
Admiraliteit te Rotterdam
schrijft d.d. 19 feb. opnieuw in grote nood te zijn en subsidie te behoeven.
Aangezien de provincies hierover onlangs zijn aangeschreven, laten HHM het erbij.
De Admiraliteit schrijft d.d. 20 feb. de vier muiters van kapitein
Juinbol, die buiten het pardon waren gelaten, uit naam
van HHM en Z.Exc. pardon te hebben verleend. Zij verzoekt hiervan
bevestiging. Zij geeft ook in overweging
Pieter
Gysberts uit Dordrecht pardon te verlenen. Hij zit in
's-
Gravenhage gevangen en is door de Admiraliteit
reeds op 18 jan. ter dood veroordeeld. De magistraat van
Rotterdam maakt bezwaar tegen voltrekking van het
vonnis in zijn
stad omdat dit de ontevredenen in deze moeilijke tijden maar al
te licht zou prikkelen.
HHM zullen antwoorden dat de Admiraliteit niet op eigen gezag pardon had behoren te verlenen. Nu dit echter gedaan is, houden zij het voor goedgekeurd. Over Gysberts zal met Z.Exc. worden gesproken.
De Admiraliteit stuurt ook nog een overzicht van de schulden van konvooimeester
Repelaer en diens voorgenomen betalingen. Met betrekking tot
het restant van 19.768 gld. 18 st. is hij van plan HHM om uitstel
van betaling te vragen.
De posten die hij wil betalen gaan voor advies naar de rekenmeesters
Olphert Barents en
Adriaen Pietersen. Wat
het
uitstel aangaat zal men een verzoek hiertoe van
Repelaer
afwachten.