17
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 23 feb. op het 20 feb. ingediende rekest van kapitein
Grenu.
Maurits heeft
bij akte van 28 feb. 1625 Grenu wegens zijn lange staat van
dienst al aangesteld als kolonel. Tevens heeft hij, toen de
heer van Lokeren bevorderd werd
tot
generaal van de artillerie, als luitenant-generaal geld ontvangen
van
Holland
. Om elke verwarring te
voorkomen zou hem
wel commissie als kolonel mogen worden verleend, echter niet van
een
bestaand regiment omdat hij de rang van luitenant-generaal van de
artillerie nog moet bedienen. De commissie zou gelijk moeten zijn
aan die van de kolonels
Varick en
Didem.
Z.Exc. zou
moeten bepalen
van welke
compagnieën Grenu de leiding moet krijgen. Grenu moet wel op dit
traktement het luitenantschap blijven bedienen en zijn overige
traktementen moeten ophouden.
De RvS stelt in zijn advies d.d. 20 feb. op het rekest van kapitein
Alexander van Wevert, nu drost van Meurs, dat HHM rekening mogen houden met diens
goede diensten, maar niet ziet hoe aan zijn verzoek
voldaan kan worden.
De RvS adviseert het traktement van
Cornelis Dirxen van Oosterhout, voormalig majoor van
Breda,
nog met één jaar te verlengen.
HHM nemen in alle gevallen nog geen besluit.