1
Brasser meldt d.d. Amsterdam 10 april conform het
contract van 8 aug. 1626 in
Constantinopel
[Istanbul] 17.647 dukaten
voor de
koning van
Denemarken te hebben geleverd, waarvan een derde in
dukaten en twee derde in rijksdaalders en Spaanse matten. De
agent van de
prins van
Transsylvanië in
Constantinopel wil het twee derde echter graag in Hongaarse
dukaten
ontvangen en heeft orateur
Haga
hierom
gevraagd.
Haga heeft dit op zich genomen aangezien het niet veel moeite kost
en de prins hiermee volledig wordt tevredengesteld door de koning.
De
onkosten
voor de omwisseling zouden op
Venetië worden
getrokken.
HHM verzoeken Brasser de wissel uit Venetië van Haga te
accepteren. Wanneer Brasser het geld bij
ontvanger-generaal
Doublet declareert, dient
deze de wissel te betalen. De onkosten
zullen bij de koning voor vereffening in rekening worden gebracht.
Resident
Aissema zal hiervan op de
hoogte worden
gebracht en kopie van de brief krijgen, zodat bij de
verrekening
deze korting wordt kenbaar gemaakt.
Een brief van Aissema d.d. Stade 14/24 maart behoeft geen resolutie. Aangezien hij echter bericht dat de
koning
aandringt op betaling van het beloofde subsidie verzoeken HHM de provincies
dit geld op te brengen zodat aanvankelijk drie maanden
subsidiegeld kan worden gestuurd. Het geld dat hiervoor uit de provincies komt
moet in courant geld worden gestuurd of worden overgemaakt, zonder hiermee het geld af te lossen dat voor betaling van de drie eerste maanden
subsidie
en de naar Constantinopel overgemaakte 30.000 rijksdaalder.