7
Ter vergadering compareren
Schot en
Van der Lingen, raden
van State. Zij delen mee dat
Joost
Brasser de wapens had behoren te sturen naar het magazijn
te
Delft om aldaar te worden gecontroleerd.
Aan resident
Aissema wordt geschreven de wapens te
Glückstadt
te doen
onderzoeken en aan commissaris
Hartman
dat hij deze niet had mogen accepteren.