15
De heren van
Holland stellen voor de
Staten van
Holland
in plaats van de Generaliteit aangaande de
retorsie in de
Meierij van
's-Hertogenbosch maatregelen
te laten nemen
tegen de door de vijand gevolgde procedures tegen
de onderdanen van
Zuid-Holland en
Heusden. Derhalve zou ook de door de RvS op bevel
van HHM aan
Caspar van Eijck
gegeven
commissie tot hoogschout
van
de Meierij vergeven behoren te worden door de Staten van
Holland.
Vervolgens zijn de heren van Holland
bericht dat de retorsie geen werk behoort te zijn van
afzonderlijke provincies maar van de Generaliteit uit welke naam de
oorlog gevoerd wordt. Na nader onderzoek verklaren de heren van Holland de zaak over te laten aan de Generaliteit.
HHM gelasten de schepenen van Heusden daarom op de last van de RvS en aanklachten van de genoemde drost als hoogschout van de Meierij recht en justitie te doen in alle zaken van retorsie tegen ingezetenen van de Meierij totdat de procedures van de vijand tegen die van Zuid-Holland en het Land van Heusden zijn beƫindigd.