9
Raad van State
Gruijs compareert en bericht dat
Jan de
Rijckert opnieuw drie stukken met de hamer gesmeed
geschut
van verschillende metalen hierheen heeft gebracht. Het eerste stuk
weegt 1.450 pond en schiet 24 pond ijzer; het tweede weegt 730 pond
en
schiet twaalf pond ijzer, en het derde weegt 430 pond en schiet zes
pond ijzer. Met controleur
Van der
Mijlen heeft hij een behoorlijke proef van de stukken
gezien
zodat De Rijckert opnieuw zijn octrooi zou mogen krijgen.
HHM lezen tevens een rekest waarin mr.
Willem Wegewaert, geschutgieter van de Generaliteit, meldt dat het genoemde
geschut slecht en onzuiver is. Het zou zijn gesmeed, gegoten en
gelapt
van verschillende stoffen zoals ijzer, roodkoper, lood, tin,
potspijs
en andere stoffen zodat de mensen daarmee bedrogen worden.
Wegewaert is
bereid stukken te gieten van goed materiaal die lichter zullen
wegen
dan de genoemde gelapte stukken en per pond een stuiver goedkoper
zijn
dan die van De Rijckert. Hij verzoekt HHM geen octrooi af te
geven.
HHM laten de RvS Wegewaert nader horen. Indien zijn redenen geen grond hebben, zal het octrooi worden verleend.