3
Burgemeester
Schonenborch en syndicus
Winshemius van
de stad
Groningen compareren en dienen namens hun
lastgevers een verzoek in.
1
Op 26 juli hebben de gedeputeerden van de
Ommelanden een geschrift tegen de stad Groningen ingediend, bestaande
uit twintig verschillende eisen. Enkele daarvan bevatten weer
verschillende eisen, zodat het feitelijk 38 verschillende punten
zijn.
HHM hebben bepaald dat die van de stad daarop binnen zes weken
zouden
moeten antwoorden, welke termijn vandaag is verstreken. Hoewel de
lasthebbers liever deze onenigheid zouden oplossen, zoals zij vorig
jaar hebben bewezen, hebben zij nog geen antwoord kunnen opstellen.
Na
de insinuatie en de beschikking van HHM is immers de Landdag van
Groningen geweest, waardoor de lastgevers tot op de dag van het
vertrek
van Schonenborch en Winshemius bezig zijn geweest. Zij verzoeken de
termijn met zes maanden na heden te verlengen en beloven dan een
antwoord gereed te hebben. Deze extra tijd hebben zij nodig om de
38
eisen en nog veertien à vijftien punten van de stad zelf te
behandelen. Als voor elk van deze in totaal ruim vijftig punten
slechts
drie dagen wordt uitgetrokken, dan kost dat vijf maanden. Vanwege
het
belang van de kwesties kan er niet overhaast gewerkt worden.
Verder berichten de afgevaardigden dat er bij de uitvoering van het in het voorjaar genomen besluit inzake de belastingen conflicten zijn gerezen tussen stad en Ommelanden. Dit betreft met name de voet en manier waarop de huizen op het platteland moeten worden verpond, het opstellen van de lijst van de rondemaat en de begunstiging van de heffing op het gemaal. Hierover moet nodig een besluit worden genomen zodat de provincie
Groningen
in staat zal zijn haar consenten op te brengen. De afgevaardigden verzoeken om een datum vast te stellen waarop over de geschillen zal worden besloten of om hiertoe gecommitteerden te sturen.
Voordat HHM hierover besluiten, worden de retroacta over deze kwestie nagekeken.
16/09/1628, 3
1
Het verzoek is
geïnsereerd in S.G. 3187.