1
De extraordinaris afgevaardigden van
Holland compareren. Zij berichten dat er in het
Goereese
Gat
negen, op de
Maas drie en in het
Kanaal van
Texel
[Marsdiep] zeventien oorlogsschepen - zowel kruisers als
andere schepen - van zee zijn gekomen. Er zullen gaandeweg nog
meer
oorlogsschepen binnenkomen, waardoor de gehele regeling ter
beveiliging
van de zee veronachtzaamd zal worden. Hierdoor zullen de
Nederlandse
koopvaardijschepen ten prooi vallen aan de vijand, die
overal in
Het Kanaal en op de
Noordzee
rooft tot schande van de Republiek en
onoverkomelijke schade van de inwoners. Men constateert echter dat
de
Admiraliteitscolleges hiertegen niet ondernemen wat zij conform
de
resoluties aangaande de marine zouden moeten doen. De
afgevaardigden
verzoeken HHM daarom spoedige en krachtige maatregelen te
treffen.
HHM bespreken deze kwestie in aanwezigheid van
Z.Exc. en de afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges te
Rotterdam
,
Middelburg
, in het
Noorderkwartier
en te
Dokkum
.
Op advies van Z.Exc. laten HHM een van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten te Rotterdam en een van die in het Noorderkwartier terugkeren naar hun Colleges. Daar moeten zij helpen regelen dat de binnengekomen oorlogsschepen zo spoedig mogelijk worden bevoorraad en op zee gestuurd. Bovendien sturen zij
Eck naar het College te
Amsterdam
en in het Noorderkwartier en
Van der Dusse naar het College te
Rotterdam om de genoemde kwestie in goede banen te leiden. HHM
gelasten
hun nadrukkelijk te onderzoeken waarom deze Colleges de op advies
van
de afgevaardigden van de Admiraliteit genomen besluiten aangaande
de
marine niet uitvoeren. Het College in Middelburg wordt geschreven
te
regelen dat de in
Zeeland binnengekomen kapiteins
van
de oorlogsschepen zich zo spoedig mogelijk gereedmaken en zee
kiezen.