20
De RvS adviseert d.d. d.d. 9 dec. op het verzoek van verschillende werkmeesters die aandringen op een obligatie van de
ontvanger-generaal voor de ordonnanties die zij voor de door hen gemaakte
werken van de RvS hebben gekregen. Het advies luidt dat het
verlenen van deze obligaties zeer schadelijk is voor het land. De
provincies die hierdoor een tijd van de klachten
van
deze lieden bevrijd zijn, zullen het jaarlijks verzochte geld voor
de
fortificatiewerken steeds trager
opbrengen. Dit blijkt uit de obligaties die eerder op order
van
HHM zijn gegeven. Daarbij komt dat de werkmeesters die dergelijke
obligaties hebben gekregen, daarmee niet geholpen zijn. Ze zien
zich vaak genoodzaakt
deze met groot verlies aan anderen te verkopen om de beschikking
over contanten te krijgen. De kopers dringen indien de tijd van
aflossing is aangebroken,
verlekkerd door de hoge winsten, zeer sterk aan op
restitutie van hun geld. Wanneer dat niet dadelijk gebeurt, zal
het krediet van de Generaliteit aanzienlijk worden
verzwakt. Als deze lieden bovendien ontdekken dat de opkoop van
dergelijke
obligaties tien, twaalf of meer procent kan opleveren, zal niemand
zijn
geld meer tegen de penning zestien ten kantore willen
beleggen.
Daarmee zullen dan alle middelen om geld op te nemen vervallen
of het land zal tot tijdige aflossing en tot betaling van een
hogere
rente worden gedwongen. Het is daarom beter dat de
provincies
die nog consenten voor fortificaties en legerlasten
verschuldigd
zijn, worden overreed om deze zo spoedig mogelijk ten kantore van
de
ontvanger-generaal te verschaffen, om zo de grieven
van
de aannemers en anderen weg te nemen, de renten op
de
vorige voet te handhaven en het krediet van het land op peil
te houden.
Daarnaast
beveelt de RvS de aflossing aan van de op 1 jan.
aan de ontvanger-generaal
gegeven obligaties van circa 266.000 gld. ter afbetaling van de
laatst gerepartieerde
ruiters en
het
regiment van
Candale. Dit bedrag
zou na
zes maanden worden afgelost maar zal op 1 jan. 1629 al
een
heel
jaar hebben gelopen. De provincies die in gebreke blijven
moeten conform de staat die de ontvanger-generaal onlangs nog aan
HHM
heeft overgeleverd vermaand worden, om het geld daarvan voor het
aflopen van dit jaar ten kantore te verschaffen.
Deze zaak wordt in beraad gehouden.