13/12/1628

 
English | Nederlands

13 - 12 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Essen en andere gedeputeerden rapporteren de besprekingen over de gerezen problemen tussen Groningen en de Ommelanden te hebben beëindigd, zonder erin te zijn geslaagd de partijen nader tot elkaar te brengen. Zij vragen HHM wat zij verder kunnen doen.
HHM zien hun resolutie van 29 sept. erop na en committeren en machtigen de gedeputeerden om een conceptvonnis op te stellen. Na behandeling in de vergadering zal dit dienen als leidraad voor een beslissing in deze.

2 HHM lezen het rekest van Servaes Aelertsz. die in 1627 van zijn konvooimeestersambt in Tiel is ontheven door de Admiraliteit te Rotterdam . Hij verzoekt HHM om een redelijk traktement om zijn grote familie te kunnen onderhouden.
HHM zullen alvorens hierover te beslissen, informatie bij de Admiraliteit inwinnen.

3 Henderick Mirou wordt ordonnantie verleend voor 606 gld. 8 st. voor een gouden keten waarmee HHM secretaris Gunter hebben vereerd. De keten woog 16 once à 36 gld. 10 st. per once, in totaal 584 gld. Het fatsoen bedraagt 22 gld. 8 st.

4 Mirou wordt ook ordonnantie verleend van 252 gld. 2 st. voor een gouden keten met een medaille, door HHM geschonken aan schipper Salomon die het bericht van de verovering van de vloot van Nova Hispania [Mexico] heeft overgebracht. De kosten bedragen in goud 246 gld. 10 st. en het fatsoen 5 gld. 12 st.

5 De declaratie van Henderick Abrahamsz., zoon van bode Abraham Jansz. die met Kelffken en Bruininxs naar Amsterdam is geweest, bedraagt 60 gld. met inbegrip van 13 gld. vanwege een reis van Amsterdam naar 's- Gravenhage en het afhuren van een schuit.
Na beraad besluiten HHM ordonnantie te depêcheren.

6 HHM lezen het verzoek van Pierre Rousset, woonachtig te Calais in Frankrijk. Hij heeft in het voorjaar in het Noordergat vlak voor Enkhuizen zijn schip verloren, maar verschillende touwen en kabels, alsmede het kanon en de munitie kunnen bergen.
HHM zullen schrijven aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier om gehoor te geven aan het verzoek van de suppliant, tenzij zijn verhaal onwaar blijkt. Dat moeten zij HHM dan zo snel mogelijk laten weten.

7 HHM horen het rapport van Beaumont, die krachtens de resolutie van 6 dec. het rekest en de bijlagen heeft onderzocht die Nicolaes Snouckaert heeft ingediend. Deze waren gericht tegen Cornelia Rooswycx, weduwe van Carel van Mander, betreffende tapijten die nog in Denemarken zijn.
Na beraad besluiten HHM dit rekest met de bijlage te geven aan de procureur van de curator van de onmondige kinderen van Cornelia Rooswyck, om hierop binnen zes dagen na de insinuatie te reageren.

8 De RvS adviseert d.d. 7 dec. over het op 2 dec. ingediende verzoek van de prins van Portugal.
HHM verlenen de prins met zijn dienaren en bagage gratis paspoort om voor de tijd van veertien dagen naar Culemborg te komen.

9 Jacques Tappij, facteur van de prinses van Portugal die uit haar naam 18.000 gld. heeft ontvangen, wordt na beraad toegestaan om dit geld zonder verlies naar Genève te brengen. Hij mag dit besteden aan koopmanschappen en deze uitvoeren, op voorwaarde dat deze goederen nauwkeurig worden gespecificeerd en daarover een kwart aan konvooien en licenten wordt betaald.

10 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Dokkum d.d. 4 nov., met daarnaast de staat van de inkomsten uit 1624, 1625, 1626 en 1627 van de onder dit College ressorterende kantoren. Gemeld wordt ten eerste dat de pachters van de konvooien en licenten aanspraak maken op een vergoeding in verband met de sluiting van de konvooien en licenten in het jaar 1625 conform het 22ste artikel van de verpachting, ten tweede dat zij zich verleden jaar hebben beklaagd over de verdeling van de geconfisqueerde goederen en ten derde menen zij dat wanneer hun commiezen verdachte goederen aantreffen onder scheepskapiteins of hun volk, deze moeten worden voorbehouden aan de aangevers en zij dan slechts 5/8 genieten. De Admiraliteit vraagt HHM hierover een beslissing te nemen.
HHM winnen het advies in van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten.

11 HHM lezen de remonstrantie van de raden ter Admiraliteit te Dokkum , alsmede een brief d.d. Dokkum 27 okt., inhoudend ten eerste dat de pachters van de konvooien en licenten sterk aandringen op het onderzoeken van oorlogsschepen onder hun directie op de Zuiderzee, bij Texel, in Het Vlie en omstreken. Telkens wanneer dit werd toegestaan zijn de pachters teruggekeerd met aangetroffen onvrije en in de konvooien verzwegen goederen. Ten tweede laat de Admiraliteit te Amsterdam haar koopvaardijschepen van Amsterdam naar Het Vlie konvooieren, zonder de recherche door de Friese schepen te willen gedogen. De Admiraliteit te Dokkum wil de mening van HHM horen over de visitatie van schepen door haar schepen op de Zuiderzee op de volgende punten: of deze voor de hele Zuiderzee geldt, alleen langs de Friese kusten of niet moet gebeuren, of deze zowel betrekking heeft op schepen komend uit Holland als op schepen uit Friesland en in hoeverre de Admiraliteit in Friesland de pachters daarbij behulpzaam moet zijn, opdat de kapiteins van de verschillende Admiraliteiten elkaar niet onheus bejegenen naar aanleiding van tegenstrijdige lastgeving.
Deze remonstrantie gaat voor onderzoek en advies naar de aanwezige gedeputeerden ter Admiraliteit.

12 Ontvangen is een brief van commissaris Hartman d.d. Glückstadt 23 november.
Er wordt geen resolutie genomen.

13 Joost Brasser verzoekt per memorie om betaling van 25.000 rijksdaalder voor een wisselbrief die op 29 april aan commissaris Hoogenhouck is gegeven.
Brasser zal worden betaald uit het eerste geld dat uit de provincies komt aan subsidie voor Denemarken. Ontvanger-generaal Doublet wordt opgedragen dit geld nergens anders voor te gebruiken.

14 HHM hebben het rapport gehoord van Kelffken en Bruininxs, die met controleur Van der Mijle de uitvinding onderzochten van Abraham Speeck om vijandelijke schepen in het Scheurtje [Kanaal van Mardijck] te vernietigen. Ze achten de uitvinding van Speeck niet uitvoerbaar.
HHM zullen Speeck wegzenden met de verklaring hem te zullen ontbieden als ze hem nodig hebben.

15 HHM horen het rapport van Essen en andere gedeputeerden, die krachtens de resolutie van 12 nov. de punten uit de op 12 nov. ontvangen brieven van Otto de Gent en Johannes Retzer hebben onderzocht. Zij hebben de retroacta aangaande de verhouding met de Kleefse regering erop nagezien.
Een beslissing wordt opgeschort. De gedeputeerden van Utrecht en Groningen vragen om een duplicaat.

16 HHM horen het rapport van thesaurier-generaal Van Goch over de declaratie van Simon van der Meyde, generaal van de Munt, betreffende zijn wedden, vacaties, reiskosten en voorschotten van 1 juli 1627 tot 16 sept. 1628.
HHM zullen ordonnantie depêcheren.

17 HHM horen het rapport van Van Goch op de declaratie van generaal Pieter van Beveren betreffende zijn vacaties, wedden en reiskosten. Deze zijn door hem ontvangen en voorgeschoten van 1 juli 1627 tot 16 sept. 1628.
HHM zullen ordonnantie depêcheren.

18 HHM horen het rapport van thesaurier-generaal Van Goch op de declaratie van de wagen- en schuitvrachten alsmede de vacaties en andere onkosten die zijn gemaakt door commies-generaal Joris Fortsz. van 5 juni tot 8 november.
De Admiraliteit te Rotterdam zal worden aangeschreven de declaratie bedragende 112 pond 7 sch. 5 groot Vlaams aan de declarant te betalen.

19 De RvS adviseert d.d. 7 dec. over een brief van het Hof van Gelderland d.d. 11 nov., waarin geklaagd wordt dat de nieuwe sloepen om op de Waal te gebruiken ter verdediging tegen de vijand onbemand binnen Zaltbommel liggen. Ten tweede laat het Hof weten dat de eerdere resoluties en orders inzake de wachten en de bevrijding van de Gelderse kwartieren tegen de vijandelijke contributies niet worden nagevolgd. De Raad laat op het eerste punt weten dat Z.Exc. aangenomen heeft daarover met de heer van Hemert te spreken en voorzieningen te treffen, en op het tweede punt dat de RvS niet in gebreke is gebleven en al het nodige is gedaan. Hij heeft laatst nog na overleg met Z.Exc. over de bezetting van de redouten en aanverwante zaken behoorlijke orders uitgevaardigd. Ook heeft de Raad Z.Exc. verschillende keren gemaand de achter- en nabijgelegen kwartieren over de contributies aan te spreken. Deze is van mening dat conform de resolutie van HHM de steden Zaltbommel, Tiel en Gorinchem deze contributie ook verschuldigd zijn. De aanwezige gedeputeerden van de genoemde steden en voor die van Zaltbommel de heer van Hemert zijn daarop tot hun verbazing door de RvS gehoord. Zij zeggen al genoeg te stellen te hebben met de bezetting van hun steden, maar hebben op verzoek van de RvS toch aangenomen hun principalen hierover te rapporteren en het antwoord bekend te maken.
De gedeputeerden van Gelderland en Holland verzoeken om een duplicaat. Dat verzoek wordt ingewilligd.

20 De RvS adviseert d.d. d.d. 9 dec. op het verzoek van verschillende werkmeesters die aandringen op een obligatie van de ontvanger-generaal voor de ordonnanties die zij voor de door hen gemaakte werken van de RvS hebben gekregen. Het advies luidt dat het verlenen van deze obligaties zeer schadelijk is voor het land. De provincies die hierdoor een tijd van de klachten van deze lieden bevrijd zijn, zullen het jaarlijks verzochte geld voor de fortificatiewerken steeds trager opbrengen. Dit blijkt uit de obligaties die eerder op order van HHM zijn gegeven. Daarbij komt dat de werkmeesters die dergelijke obligaties hebben gekregen, daarmee niet geholpen zijn. Ze zien zich vaak genoodzaakt deze met groot verlies aan anderen te verkopen om de beschikking over contanten te krijgen. De kopers dringen indien de tijd van aflossing is aangebroken, verlekkerd door de hoge winsten, zeer sterk aan op restitutie van hun geld. Wanneer dat niet dadelijk gebeurt, zal het krediet van de Generaliteit aanzienlijk worden verzwakt. Als deze lieden bovendien ontdekken dat de opkoop van dergelijke obligaties tien, twaalf of meer procent kan opleveren, zal niemand zijn geld meer tegen de penning zestien ten kantore willen beleggen. Daarmee zullen dan alle middelen om geld op te nemen vervallen of het land zal tot tijdige aflossing en tot betaling van een hogere rente worden gedwongen. Het is daarom beter dat de provincies die nog consenten voor fortificaties en legerlasten verschuldigd zijn, worden overreed om deze zo spoedig mogelijk ten kantore van de ontvanger-generaal te verschaffen, om zo de grieven van de aannemers en anderen weg te nemen, de renten op de vorige voet te handhaven en het krediet van het land op peil te houden. Daarnaast beveelt de RvS de aflossing aan van de op 1 jan. aan de ontvanger-generaal gegeven obligaties van circa 266.000 gld. ter afbetaling van de laatst gerepartieerde ruiters en het regiment van Candale. Dit bedrag zou na zes maanden worden afgelost maar zal op 1 jan. 1629 al een heel jaar hebben gelopen. De provincies die in gebreke blijven moeten conform de staat die de ontvanger-generaal onlangs nog aan HHM heeft overgeleverd vermaand worden, om het geld daarvan voor het aflopen van dit jaar ten kantore te verschaffen.
Deze zaak wordt in beraad gehouden.

21 Ter vergadering dient Maerten Rosa, griffier van de Hoge Raad in Holland, het door dit College opgestelde concept in, om door HHM conform hun resolutie van 30 nov. te worden nagevolgd bij het vonnissen in de zaak tussen Rogier van Brouchoven, drossaard van het land van Rumst, c.s., impetranten in een beroepszaak, en de gecommitteerden van de 35 ruiters van Bergen op Zoom, gedaagden.
HHM besluiten conform het conceptvonnis1, waarvan een duplicaat aan beide partijen zal worden overhandigd. Ook zal akte worden gedepêcheerd op de griffier van HHM om in kracht ervan van ontvanger-generaal Doublet 368 gld. op te nemen, ter betaling van de verdiende vacaties van de Hoge Raad in deze zaak. De kwitanties hiervan d.d. 16 nov. worden getoond.
In de zaak hangende voor HHM tussen Rogier van Broechoven, drossaard van het Land van Rumst, Gerardt van Broechoven, heer van Bergeijk, voor hemzelf en als vervanger van Cornelis Robbrechsz., zijn dienaar, en juffrouw Lucia van Hogestein, weduwe van Pieter van Broechoven, in zijn leven mede-rentmeester in genoemd kwartier voor haarzelf en vanwege juffrouw Mariana van Broechoven, vrouwe van Martigneul, haar dochter, impetranten in cas van appèl aan de ene zijde, en de gecommitteerden van de 35 ruiters van verschillende garnizoenscompagnieën die zich ophouden in Bergen op Zoom, gedaagden in deze zaak, voorstellende grieven à minima aan de andere zijde, hebben HHM na rijp beraad met de raden alles wat deze zaak betreft doorgenomen en overwogen. De uitspraak luidt dat de gedaagden alle bij mr. Francoys Guarier gevonden rekeningen, documenten en andere papieren dienen te restitueren, alsmede de bagage van Cornelis Robbrechs. Beide partijen verklaren niet te zijn bezwaard door het vonnis van de RvS en zullen daarom de proceskosten vereffenen.

1 Het concept is door een klerk ingeschreven in S.G. 53.