14
De gecommitteerden van de
Admiraliteit te Amsterdam
compareren en delen mee dat de vier schepen en het jacht die op
Friesland
gerepartieerd staan, in de afgelopen vijf maanden noch soldij
noch
kostgeld hebben ontvangen. Zij verzoeken HHM de nodige maatregelen
te
nemen. Tevens vragen zij HHM Z.Exc. ertoe te brengen,
overeenkomstig de regels voor de beveiliging van de zee, de schepen
voor de
bewaking van de kust van
Vlaanderen en het kruisen
in
Het Kanaal van soldaten te voorzien.
De vergadering besluit de provincie Friesland schriftelijk te vermanen de betaling van de vier schepen en het jacht te doen. De gedeputeerden in dat gewest,
Rantwijck,
Clant en
Olphert
Barentsz., wordt verzocht dit schrijven zo goed mogelijk
te ondersteunen.
HHM
vragen Z.Exc. de musketiers die op de genoemde schepen moeten
dienen,
deels naar
Zeeland en deels naar
Texel te sturen, zoals gesteld in de memorie van
de
supplianten.