17
Ridder
RoƩ, ambassadeur van de koning van
Groot-Brittanniƫ, compareert en deelt de vergadering krachtens
zijn
geloofsbrief d.d. 22 juni mee dat hij van zijn
meester de
opdracht
heeft gekregen de vergadering ervan op de hoogte te brengen dat
hij
naar de
koning van
Zweden en de
koning van
Polen is gezonden in een poging hen te verzoenen. Hij
verzoekt HHM enige commissarissen aan te stellen in deze zaak en
hem
hun mening kenbaar te maken. De ambassadeur bedankt de vergadering
verder voor de goede ontvangst en deelt mee dat hij van plan is van
het logies van
HHM
naar de woning van resident
Carlaton te
verhuizen,
alhoewel hij daar niet de gestelde periode is verbleven.
De vergadering bedankt de ambassadeur en laat hem de vrije keuze aangaande zijn verblijf.
Lochteren,
Noortwyck,
Bas,
Beaumont,
Rode,
Veltdriel,
Tercule en
Clant worden gecommitteerd om met
de ambassadeur te
spreken over zijn propositie en er verslag van te doen.