12
Thesaurier
Van Goch compareert ter vergadering. Hij is teruggekeerd op
aanschrijven van HHM. Van Goch deelt HHM ten eerste de noodzaak mee
van
een flinke som geld te
Wezel, ter betaling van de
fortificatiewerken aldaar en enkele benodigdheden, alsmede voor het
onderhoud van de driehonderd vuurroers die door kapitein
Mangelman uit
Soest
[in Westfalen] daarheen
zijn
gebracht. Ten tweede laat hij weten dat ook een som geld naar
Arnhem gezonden zou moeten worden ter betaling van
enkele zaken aldaar en in de
Betuwe. Daarnaast
stuurt hij een staat van de ontvangsten en uitgaven die eerder
daarheen
zijn gezonden. Verder rapporteert hij dat de gedeputeerden van HHM
te
Arnhem een akte van autorisatie hebben verleend
aan de
magistraten van de steden aan de
IJssel om ten
laste van
het
land het geld te lenen ter betaling van hun
nieuwe fortificaties, alsmede tot het onderhoud van hun garnizoenen
in
het geval van een belegering.
HHM besluiten op het eerste en tweede punt de RvS te machtigen naar Wezel en Arnhem een flink bedrag te sturen uit de 150.000 gld. die berusten onder ontvanger Mirop. Deze som dient te worden verrekend met de 400.000 gld. op rente van de
WIC
waarom is verzocht en die door de
Kamer van Amsterdam
reeds zijn uitgeteld.