8
Beaumont meldt dat
Camerarius,
ambassadeur van de
koning van Zweden, zich bij Z.Exc. heeft beklaagd over het feit dat
HHM
zijn in hun vergadering gedane voorstel d.d. 20 april nog niet
hebben
beantwoord, ondanks zijn daarop gevolgde inspanningen om een nieuw
verbond te sluiten tussen de
koning van
Zweden
en de
Republiek met als doel ter afleiding een groot leger het
Duitse
Rijk in te sturen en om tegelijk de vorige alliantie, die
eind
april was afgelopen, te vernieuwen.
HHM besluiten de koning van Zweden een brief te schrijven waarin zij zich verontschuldigen voor het uitstel. In duidelijke, maar gematigde termen zullen HHM hun ongenoegen uiten over de ondragelijke tollen die de koning van Zweden heft op de schepen en goederen die vanuit de Republiek naar
Danzig
[Gdansk] gaan, wat in strijd is met het eerdere verdrag.