8
De gedeputeerden van
Groningen hebben HHM voorgehouden dat de compagnie van kapitein
Boisgrenier in
Groningen in
garnizoen is gebracht. Deze
compagnie zal als gevolg van achterstallen en wanbetaling in verval
raken. Ten eerste verzoeken zij HHM dit door prompte betaling
te
voorkomen. Ten tweede delen zij mee te zijn aangeschreven door hun
principalen
, die niet langer
willen
investeren in het onderhoud van
driehonderd
man in de vijfhonderd gewapende manschappen die
extraordinaris
in
Emden gelegerd zijn. HHM zouden met ingang
van
de lopende maand over moeten gaan tot de betaling van de genoemde
driehonderd
man uit het consent, speciaal door de provincies gedragen tot het
algehele onderhoud van de vijfhonderd man.
HHM besluiten op het eerste punt
de
RvS te verzoeken de genoemde compagnie te betalen. Op het tweede
punt
zal er door HHM en de RvS per brief worden getracht de Staten
van
Groningen te bewegen tot het doorgaan met het betalen van de
driehonderd man, wat volgens een eerdere resolutie van HHM mag worden gekort
op de
ordinaris en extraordinaris consenten.