141
De gedeputeerden van
Holland delen ter vergadering mee dat 's lands belangen ter
zee niet zijn gehandhaafd. Na communicatie met Z.Exc. hierover
zijn ze door hun
principalen
gelast het punt van de vrijlating van vele gevangen ingezetenen
van deze
landen in de vergadering van HHM voor advies in te brengen en om
een uitwisseling van de
wederzijdse, op zee genomen gevangenen te verzoeken. De te benoemen
commissarissen van deze zijde zou met dat doel een generale
last
moeten worden gegeven, om afhankelijk van de situatie de beste
voorwaarden te bedingen. Daarvoor zou een bijeenkomst met
gecommitteerden van de vijand te
Roosendaal belegd
moeten worden.
HHM besluiten de uitwisseling vooralsnog in overweging te houden. Aan de Admiraliteiten zal geschreven worden zo snel mogelijk het aantal gevangenen van vijandelijke zijde op te geven, met hun naam en rang.
14/03/1630, 14
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 55.