15
De RvS schrijft d.d. 's-Gravenhage 3 april dat HHM op 6 feb. hebben besloten om de compagnie van de
graaf van Solms uit te breiden naar tweehonderd koppen en de compagnie van
kapitein Maghwits met vijftig
koppen te
verminderen.
Tevens wordt besloten dat van de compagnie van
Machwits
de helft van het voorschot naar de compagnie van de graaf
van
Solms zal worden overgeheveld. De RvS hebben deze
resolutie
geƫffectueerd en ze hebben de heren van
Holland
schriftelijk verzocht zich daarnaar te reguleren. De RvS heeft naar
aanleiding van Machwits' verzoek aan HHM van 24
maart de zaak nader onderzocht en vraagt zich af of HHM er wel van
op
de hoogte zijn dat de compagnie van
Machwits geen voorschot is gegeven. De 200 gld.
per
maand die deze boven andere compagnieƫn heeft ontvangen, is niets
anders dan traktement of soldij, waarop de Zwitserse compagnie van
begin af aan is aangenomen. HHM kunnen dit zien op de lijst die
daarvan is gemaakt. De korting van het voorschot kan dus geen
doorgang vinden, want dan zou de gehele compagnie uiteenvallen.
Daarom
zou de versterking van de compagnie van de graaf van
Solms beter uit een andere compagnie dan uit die van
Machwits kunnen worden betrokken, omdat men niet
makkelijk met het reglement van traktement kan breken waarop de
Zwitsers van begin af aan in 's lands dienst zijn aangesteld.
HHM besluiten de compagnie van Machwits in aantal en soldij intact te laten. De RvS wordt om advies
verzocht uit welke compagnie de versterking van de
graaf van Solms in financieel opzicht het beste
kan
komen. De gedeputeerden van Holland verklaren deze zaak in beraad
te
houden.