vorige (15-2-1903) | | volgende (8-3-1903) | kalender |
dagboekcahier 4 01/03/1903 zondag 1 maart 1903 Een gewichtige week is achter den rug! Dinsdag mijn entrée in de Tweede Kamer gedaan. De verkiezing in ’t district Almelo is schitterend afgeloopen. Om volgende keeren den uitslag makkelijk te kunnen vinden, schrijf ik hem hiernaast over. Bij de verkiezing voor zes jaar had dr. Schaepman ± 3500, Van Vliet (anti-revolutionair) 1200, liberaal 500, radicaal 500, socialist 500. Er stemden dus toen ± 500 kiezers meer. Waarschijnlijk anti-revolutionairen. Dus kreeg ik van hen ruim 300 stemmen en de liberaal óók 500, terwijl de 500 radicale stemmen op den socialist overgingen. Met dat al, een mooie verkiezing. Bij de 500 gelukwenschen ontving ik, waaronder 70 telegrammen. Leuk, van allerlei totaal onbekende menschen enthousiaste brieven. uitgebrachte stemmen aantal stembureau onwaard. Aalberse Ten Cate Tyhof kiezers 678 Stad Almelo I 13 121 234 141 665 ” ” II 14 238 170 131 637 Ambt Alm. I 17 130 138 217 419 ” ” II 8 123 58 151 694 Borne I 15 414 82 95 95 ” II - 79 3 - 344 Tubbergen Dorp I 7 273 9 3 314 Tubb. Geesteren II 1 256 1 3 155 Tubb. Vasse III - 143 4 - 190 Tubb. Albergen IV 1 168 - 1 180 Ootmarsum 2 133 23 3 262 Denekamp I 6 183 44 1 340 ” II 10 262 2 1 700 Rijssen 51 253 113 161 615 Wierden I 23 213 153 48 308 ” Enter II 6 178 51 20 320 Weerselo I 6 269 9 5 278 ” II 3 236 3 5 161 ” III 1 149 0 1 7355 totaal uitgebracht: 184 3821 1097 987 5905 Gisteren voor acht daag maakte ik een paar visites. Kolkman en Van der Kun waren niet thuis. Travaglino ontving me zeer hartelijk. Passtoors uitbundig! In de Kamer is de plaats van dr. Schaepman ingenomen door Van Wijck. Ik zit naast Arnoldts, die … op den loop is. Ook een waardig katholiek kamerlid! [p. 10] Het trof me zeer, dat de verhouding in de Kamer zoo aangenaam was. De meeste leden kwamen uit eigen beweging naar mij toe. Dinsdag ben ik geïnstalleerd, en legde in de Kamer de eeden af. ’t Is een gewichtige tijd. 31 januari laatstleden staakten de spoorwegbeambten in Amsterdam, Haarlem, Haag, Rotterdam. De H.IJ.S.M. gaf alras toe, en na 24 uren had de staking opgehouden. Een gevaarlijke toestand. De conservatief-liberale pers, dra door de katholieke pers gevolgd, drong aanstonds aan op een strafbepaling. Toen zond de vakvereeniging der spoorwegbeambten een manifest de wereld in: dat ze over ’t heele land zouden staken, indien de regeering een dergelijk wetsontwerp zou indienen. In ’t Katholiek Sociaal Weekblad trachtte ik tegen den reactionairen stroom op te roeien. Doch de katholieke pers heeft mijn artikelen dood gezwegen. De vooruitstrevende liberale kranten namen ze over, met uitbundigen lof. Dinsdag nu had ik de eerste vergadering van de katholieke Kamerclub. Daarin deelde de vice-president, Travaglino, mede, dat de regeering binnen enkele dagen drie wetsontwerpen zou indienen: 1. instelling van een enquêtecommissie [p. 11] 2. oprichting van een spoorwegbrigade bij ’t leger 3. … twee strafbepalingen, (a) tegen ’t posten, (b) tegen ’t met contractbreuk staken van ambtenaren, spoorwegpersoneel, en werklieden in openbaren dienst (gemeentebedrijven). Wat stond ik vreemd te kijken! Ik dacht, dat de regeering met de meerderheid vooraf over dergelijke gewichtige wetsontwerpen zou confereeren. Zooals zij nu doet, zitten wij feitelijk met handen en voeten aan haar voorstellen gebonden, òf … moeten haar openlijk afvallen. ’t Bleek, dat dr. Nolens, Bolsius, Passtoors, Van Nispen, en Merkelbach mijn meening deelden, dat strafbepalingen hier verkeerd waren, en evenzeer de houding der regeering tegenover ons afkeurden. Doch – de ouwe papa’s vonden de wetsbepalingen langena niet kras genoeg! Er is nu groote beroering in ’t land. De socialisten hitsen de arbeiders op tot een algemeene werkstaking. Twee lichtingen van miliciens zijn onder de wapenen geroepen. Dinsdag a.s. begint ’t afdeelingsonderzoek al. We gaan ernstige dagen tegemoet. Wat zal ik den volgenden zondag kunnen opteekenen? [p. 12] |
uit: Dagboek IV (20 april 1895 – 8 maart 1903) |